Les 4 Reading & Adjectives (KGT)

Welcome!:)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welcome!:)

Slide 1 - Slide

lessonplan
Reading
- herhaling adjectives
- vocab
- homework

Slide 2 - Slide

Goal
Ik begrijp een Engelse tekst en kan er vragen over beantwoorden.

Ik heb een beeld welke woorden ik van C ken. 

Slide 3 - Slide

What is an adjective?

Slide 4 - Open question

Wat komt er vaak na een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 5 - Open question

Waarvoor gebruik je een 'adjective'?

Slide 6 - Open question

Hoe zat het ook alweer?
op de volgende pagina staat weer de uitleg. Komt het bekend voor? 

Slide 7 - Slide

Adjectives = bijv nw
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.
We all love that funny movie.
I think he is a terrible teacher.


Slide 8 - Slide

Adjectives
*Je zet een bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord.
*Bij sommige zinnen zet je ze achter het werkwoord.
Dit is bij de volgende werkwoorden: 
to be (am, are, is, was ,were, been), to look, to appear, to seem.

Op de volgende slide is een filmpje met uitleg hierover.

Slide 9 - Slide

Vocabulary (C: Reading) 

Slide 10 - Slide

1. vastleggen

Slide 11 - Open question

2. kans

Slide 12 - Open question

3. kin

Slide 13 - Open question

4. vermommen

Slide 14 - Open question

5. medewerker

Slide 15 - Open question

6. to freak out

Slide 16 - Open question

7. to insist

Slide 17 - Open question

8. to participate

Slide 18 - Open question

9. prank

Slide 19 - Open question

10. to pull a prank

Slide 20 - Open question

Homework


Do:

Reading: C; Celebs go undercover 

Ex. 18, strategy, 19, 21

LEren:  

Vocabulary:  
A: watching
Theme words: Showbiz and entertainment.
C: Reading

Slide 21 - Slide