week 3 - les 2

1 / 32
next
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

0

Slide 1 - Video

  • les devoirs
  • stratégie lire 
  • Toets terug toetsweek
  • écrire
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik geoefend met de bezittelijke voornaamwoorden in het Frans
  • heb ik handige tips gekregen voor het SO volgende week
  • heb ik nagedacht over succesfactoren voor een schrijfopdracht  gegaan

Slide 2 - Slide

Wat is de Franse vertaling van "mijn"?

Slide 3 - Open question

Wat is de Franse vertaling van "zijn"?

Slide 4 - Open question

Wat is de Franse vertaling van "haar" (bezittelijk vnw)?

Slide 5 - Open question

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(jouw) amie
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 6 - Quiz

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(mijn) amies
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 7 - Quiz

Vul het bezittelijk vnw in:
Tu connais (mijn) ____ tante?

Slide 8 - Open question

Vul het bezittelijk vnw in:
C'est l'école de David. C'est (zijn) ____ école.

Slide 9 - Open question

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
les livres 
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 10 - Drag question

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
un frère
sa
son
ses
mon
ta

Slide 11 - Drag question

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorden naar het midden
une piscine
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 12 - Drag question

(zijn) copine
A
son
B
sa
C
ses

Slide 13 - Quiz

(haar) parents
A
son
B
sa
C
ses

Slide 14 - Quiz

Antwoorden stamboom
1 Simone est ma grand-mère.
2 Eric est le mari de Claire.
3 J’ai douze ans.
II
4 Emma (14)
5 Fabrice (45)


Slide 15 - Slide

SO volgende week
Leren: apprendre 1-4 (woorden unité 1 ook beheersen)
Telwoorden FR-NL weten

Elle a quatorze ans
Il a treize ans

Slide 16 - Slide

Nieuwe woorden?
Le chien est mignon - wat is de hond?

La fête commence à 17h00

Les jumeaux / fils unique / fille unique





Slide 17 - Slide

Strategie toets - half uur
  • Ben op tijd in lokaal en zorg dat je klaar bent voor de toets (pen, marker)
  • Bekijk de kopjes en de plaatjes om idee over tekst te krijgen
  • Bekijk de 1e vraag  en start met lezen. Werk zo door met volgende vragen
  • Tip: Markeer het goede antwoord in de tekst
  • Lees goed, het is ook begrijpend lezen
  • geef antwoord in het NL, tenzij gevraagd om antwoord in Frans
  • Er zijn twee tekstjes, kijk goed over welke tekst de vraag gaat. Soms moet je link maken met de eerste tekst.

Slide 18 - Slide

Tip
Vind je lezen lastig, maak dan nog een keer de tekst in dit hoofdstuk. Exercices 5 en 6.

Slide 19 - Slide

Exercice 7
l'invitation - schrijfopdracht

Slide 20 - Slide

Wat leer je van deze schrijfopdracht?
- overleg en schrijf op post-it note
leerdoelen

Slide 21 - Slide

L'invitation - écrire
Wat maakt een schrijfopdracht goed of minder goed?

Kijk naar de voorbeelden

Welke vinden jullie goed en waarom?

Slide 22 - Slide

Wat leer je van deze schrijfopdracht?
- woorden en grammatica samen gebruiken (être en avoir, bezittelijk vnw)
- nieuwe woorden (maanden, dagen, vraagwoorden)
- vraagwoorden gebruiken, vragen stellen
- juiste toon
- culturele verschillen (volgorde straat - huisnummer)
Met weinig kennis Frans, toch boodschap overbrengen

Slide 23 - Slide

Hoe beoordeel je een schrijfopdracht?
- overleg en schrijf op post-it notes

Slide 24 - Slide

Hoe beoordeel je een schrijfopdracht?
- volledigheid: alle informatie in opdracht
- woordgebruik: eigen taalgebruik (woorden opzoeken is goed, hele zinnen niet)
- grammatica tot dusver behandeld goed toegepast
- woordgebruik
- creativiteit
- lay out

Slide 25 - Slide

Leerdoel

Ik kan een Franse uitnodiging schrijven voor een verjaardagsfeest
Succescriteria
                                    Ik kan......

boodschap
grammatica
woordenboek of google translate?
Volledigheid
Extra?

Slide 26 - Slide

Toetsweek - gemaakte fouten
Je te présente Aurélie.
français, ça va
là-bas - daarginds


jij bent = tu es (en niet - tu est)

Slide 27 - Slide

Lidwoorden 
een = un (m) en une (v)
de = le (m), la (v) en l' voor klinker of stomme h


(een) David habite dans .... quartier sympa
(de) .... adresses sont correctes / (de) ...adresse est correcte
(-) Il y a ..... garçons dans mon jardin

zelfstandig nmw m of v

Slide 28 - Slide

Leestekst
Enzo en Clara kennen elkaar al lang
elle est nouvelle à Bordeaux. Et elle est donc nouvelle au collège

Clara woont in een nieuwe wijk = fout
Elle aime son nouveau quartier

Slide 29 - Slide

Au travail
Keuze: schrijfopdracht maken (als nog niet gedaan)
Lire feuilleton

Slide 30 - Slide

Wat heb je geleerd?
bezittelijk vnw
Leesstrategie
Succescriteria bepalen 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video