This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
HOOFDSTUK 4
Ontbrekende markten
Marktresultaat en Overheidsinvloed
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Bij asymmetrische informatie
A
..kunnen mensen niet tegelijkertijd communiceren
B
..gaat het om informatie die niet meetbaar is
C
...heeft de ene partij meer informatie dan de andere partij
D
...hebben kopers een hogere betalingsbereidheid
Slide 3 - Quiz
Wat betekent averechtse selectie?
A
Een verzekeraar selecteert de verzekerden niet eerlijk
B
Verzekerden hebben een kleine kans op schade
C
Een hogere premie voor risicozoekers
D
Goede risico's verzekeren zich niet, slechte risico's wel
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Video
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Slide 11 - Slide
Wat zijn externe effecten?
A
Gevolgen die bij de productie of consumptie plaatsvinden waarvoor
niet wordt betaald.
B
Gevolgen die bij de productie of consumptie plaatsvinden waarvoor niet hoeft te worden betaald.
C
Gevolgen die bij de productie of consumptie plaatsvinden en buiten plaatsvinden.
D
Gevolgen die bij de productie of consumptie plaatsvinden waar je niets aan kan doen.
Slide 12 - Quiz
Wat is GEEN gevolg van externe effecten?
A
Prijs verandert
B
Maatschappelijke kosten stijgen
C
Negatieve invloed op milieu
Slide 13 - Quiz
Wat is een negatief extern effect?
A
B
Scooters verbruiken minder brandstof
C
Geluidsoverlast van scooters
Slide 14 - Quiz
Een inkrimping van Schiphol kan zowel positieve als negatieve externe effecten hebben. Twee uitspraken: I. Een negatief extern effect is dat Schiphol minder omzet zal maken. II. Een positief extern effect is dat omwonenden minder last van lawaai zullen hebben.