H1 Spelling

H1 Spelling gaat over..
1 / 18
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H1 Spelling gaat over..

Slide 1 - Open question

Goedemorgen 3H4
Vandaag:
- herhalen H1 Spelling
- theorie H2 Spelling 

Slide 2 - Slide

Ik heb H1 Spelling: opdr. 1 t/m 10 gemaakt.
Ja
Nee

Slide 3 - Poll

Wat is een trema?

Slide 4 - Open question

Tremagebruik - ë
Een trema gebruik je:
als er meerdere klinkers naast elkaar staan die samen één klank kunnen zijn, terwijl ze juist niet bedoeld zijn als één klank. Bijvoorbeeld:  ruine. 

Slide 5 - Slide

Trema?

A
Industriele
B
industriële

Slide 6 - Quiz

Welk accent klopt?
A
premiére
B
première

Slide 7 - Quiz

Nu Suze vijf jaar in Spanje woont, spreekt ze eindelijk accentloos Spaans.

- accentloos -
A
met een accent
B
zonder accent

Slide 8 - Quiz

Trema
Vacuum of vacuüm?

A
Vacuum
B
Vacuüm

Slide 9 - Quiz

Met of zonder trema?
A
geijzeld
B
geïjzeld

Slide 10 - Quiz

Met of zonder trema?
A
geinstalleerd
B
geïnstalleerd

Slide 11 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
oliën
B
olién
C
olieen

Slide 12 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
carrierë
B
carrière
C
cärriere
D
carrierè

Slide 13 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
coefficient
B
coéfficient
C
coëfficiënt

Slide 14 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
barbecueën
B
barbecuëen
C
barbëcueen

Slide 15 - Quiz


Wanneer gebruik je een trema?
A
Als binnen een woord klinkers botsen
B
Gewoon omdat het leuk staat.
C
als het een samenstelling is
D
als je denkt dat het moet, er is geen regel voor

Slide 16 - Quiz

drieendertig
Wat ontbreekt er?
timer
0:30
A
trema
B
apostrof
C
liggend streepje
D
niets

Slide 17 - Quiz

Als er sprake is van een klinkerbotsing schrijven we samenstellingen met een koppelteken.
Is hier sprake van? Welke schrijfvorm is juist?
A
caféeigenaar
B
cafe-eigenaar
C
cafeeseigenaar
D
café-eigenaar

Slide 18 - Quiz