Administratie deel B debiteuren

Welkom 4 kader
Administratie
Deel B: debiteurenadministratie
Mark Barnhoorn

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 4 kader
Administratie
Deel B: debiteurenadministratie
Mark Barnhoorn

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Kunnen uitleggen welke bedrijfsprocessen met de verkoop te maken hebben .


Kunnen uitleggen welke verkoopformulieren er gebruikt worden en waarvoor ze gebruikt worden​.

De verkoop per kas, rekening en betalingen in Excel kunnen verwerken​




Slide 2 - Slide

Debiteuren
- Klant(en) die de rekening nog moet(en) betalen. 

- debetzijde: bezitting

- verkoopproces

Slide 3 - Slide

Hoe ziet dat eruit op een balans?

Slide 4 - Slide

Welke drie bedrijfsprocessen kent een bedrijf?
Schrijf er zoveel mogelijk op die je nog weet.

Slide 5 - Open question

Bedrijfsprocessen
- Primair proces: Alles wat binnen een bedrijf gebeurt om een product te maken en/of te verkopen

- Ondersteunend proces: Ondersteuning binnen een bedrijf om een product te maken en/of te verkopen. 

- Besturend proces: Management zorgt ervoor dat alle afdelingen weten wat ze moeten doen.

Slide 6 - Slide

Welke voorbeelden van werkzaamheden, horen bij het juiste proces? 
Primair proces

Ondersteunde proces
Besturende proces

Afdelingschef
vakkenvuller
Schoonmaker

Slide 7 - Drag question

Verkoopproces
reclame maken
bestellen
plannen
inkopen
produceren
opslaan
versturen

Slide 8 - Slide

Plannen
- Producten kun je niet altijd gelijk maken.

- Materiaal én juiste personen ervoor beschikbaar zijn.

- Goed plannen om de producten te kunnen maken.


Slide 9 - Slide

opslaan
- Niet altijd goederen naar de klant sturen.

- Afleverdatum met de klant afgesproken.

- Alle goederen in één keer wilt 
ontvangen.

- slaat producten op in het magazijn.

Slide 10 - Slide

Waar of niet waar?

De klant mag bepalen wanneer zij de goederen geleverd willen hebben.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Verkoopformulieren in de winkel
Kassabon                                                  Pinbon

Slide 12 - Slide

Z-bon
- Totale verkoop bon
- totale verkoop incl. btw
- btw bedrag (aangifte)


inboeken als kasstuk.
bedrag incl. btw - btw= opbrengst 

Slide 13 - Slide

Excel verkoopfacturen
- Soort= VF (verkoopfactuur)
- 130 debiteuren= bedrag inclusief btw
- 840 opbrengst verkopen= Laat het  eigen vermogen stijgen!


Slide 14 - Slide

Deel 2
Inkoopwaarde v/d verkopen 
voorraad goederen
"Voor hoeveel zijn de producten aangeschaft.


800 inkoopwaarde v.d. omzet
700 voorraad goederen

Slide 15 - Slide

inkoopwaarde bedraagt € 400,-
130 debiteuren
181 te betalen btw
840 opbrengst verkopen
800 inkoopwaarde v/d omzet
700 voorraadgoederen
800
138,84
661,36
400
400

Slide 16 - Slide

Zelf proberen
Inkoopwaarde: €80,- 

Welke bedragen horen in de goede
kolom?
130 debiteuren
181 te betalen btw
840 opbrengst verkopen
800 inkoopwaarde v/d omzet
700 voorraadgoederen

Slide 17 - Slide

Wat is voorbeeld van een debiteur?
A
Leveranciers
B
Klanten
C
Werknemers

Slide 18 - Quiz

Met welke bon of bonnen kun je bij een winkel goederen teruggeven en krijg je je geld terug?
A
Kassabon
B
Pinbon
C
Kassabon & Pinbon
D
Z-Bon

Slide 19 - Quiz

Waar of niet waar?

De opbrengst verkopen is altijd het bedrag inclusief btw.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 20 - Quiz