Hoofdstuk 4.2 Reclame (Basis)

Reclame
Reclame
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Reclame
Reclame

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

programma

nakijken huiswerk paragraaf 4.1
uitleg paragraaf 4.2
maken huiswerk 4.2

Slide 3 - Slide

Soorten reclame
  • Merkreclame
  • Actiereclame
  • Commerciële reclame
  • Ideële reclame

Slide 4 - Slide

Commerciële reclame

=> richt de aandacht op het product

=> doel is om zoveel mogelijk te verkopen
Ideële reclame

=> brengt mensen op een goed idee of waarschuwt  

Slide 5 - Slide

Merkreclame

=> richt zich op het merk door een logo of aantrekkelijke beelden


Actiereclame

=> wijst de consument op aanbiedingen

Slide 6 - Slide

Doelgroep
  • Groep mensen met dezelfde kenmerken
  • Hierop richt een bedrijf haar reclame en haar producten


Slide 7 - Slide

Reclame en doelgroep
Filmpje met daarbij 2 vragen:
  1. Wat wil de maker van de reclame bereiken met het filmpje?
  2. Wat is de doelgroep in het flmpje?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Huiswerk
maken paragraaf 4.2
opgaven 1 t/m 8

Slide 10 - Slide

Verder met paragraaf 4.2
Huiswerk was maken paragraaf 4.2
opgaven 1 t/m 8

Slide 11 - Slide

Soorten reclame
  • Merkreclame
  • Actiereclame
  • Commerciële reclame
  • Ideële reclame

Slide 12 - Slide

Doelgroep
  • Groep mensen met dezelfde kenmerken
  • Hierop richt een bedrijf haar reclame en haar producten


Slide 13 - Slide

Oefenen met rekenen

Slide 14 - Slide

Percentage uitrekenen
Hoe zit het ook alweer?

Het gehele bedrag is altijd 100%!
Als je een percentage uitrekent reken je altijd eerst terug naar 1% => dus het bedrag delen door 100
Daarna doe je de uitkomst x het gevraagde rente %

Slide 15 - Slide

Voorbeeld...
Stel een fiets kost € 800 euro.
Je krijgt 15% korting.
stap 1 => eerst terugrekenen naar 1%
€ 800 / 100 = € 8 euro
stap 2 => de uitkomst x het rentepercentage
€ 8 euro x 15 = € 120 euro ( = korting)
Je betaalt dan uiteindelijk € 800 - de korting van € 120 = € 680 

Slide 16 - Slide

Groei en krimp in procenten
Je wilt weten met hoeveel procent een bedrag is 
gegroeid of is gekrompen
Stap 1 => bereken de stijging of de daling van het bedrag 
Stap 2 => Deel de stijging of daling door het oude bedrag
Stap 3 => vermenigvuldig de uitkomst met 100                      

Slide 17 - Slide

oftewel de formule...

Slide 18 - Slide

Voorbeeld 1...
De prijs van een scooter was in 2021 € 4000 en in 2022  € 5000.
Vraag? Met hoeveel procent is de scooter in prijs gestegen?
nieuwe (n) bedrag is € 5000, oude (o) bedrag € 4000

formule=
5000-4000 (n-o) = 1000/ 4000 (o) x 100%= 25%

Slide 19 - Slide

Voorbeeld 2...
Een Mobiel kostte in 2021 € 600 euro,
in 2022 wordt de mobiel 15% duurder.
Vraag, wat kost de mobiel in 2022?
€ 600 = 100%.
Eerst terugrekenen naar 1% => € 600/100 = € 6 euro
de uitkomst x het percentage => € 6 x 15 = 90 euro (= stijging)
Je gaat €90 euro meer betalen dus in totaal € 600+€ 90 = € 690

Slide 20 - Slide

Aan de slag...
Hoofdstuk 4 paragraaf 2 helemaal af
inclusief rekentrainer 4.2

Slide 21 - Slide

de afsluiter...
reclame tunes ken jij ze?


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video