Herhalen hoofdstuk 2 2F

Wat gaan we doen in deze lessonUp

  • Herhalen paragraaf 2.1 & 2.3
  • 2 opgaven inleveren voor morgen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we doen in deze lessonUp

  • Herhalen paragraaf 2.1 & 2.3
  • 2 opgaven inleveren voor morgen

Slide 1 - Slide

2.1A cirkels en afstanden
cirkel met midden M en straal 2


Slide 2 - Slide

2.1A cirkels en afstanden
cirkel met midden M en straal 2

Slide 3 - Slide

2.1A cirkels en afstanden
cirkel met midden M en straal 2

Slide 4 - Slide

2.1A cirkels en afstanden

Slide 5 - Slide

Afstanden
Havo en Vwo: H2
Afstand tot een lijn

Slide 6 - Slide

Terugblikken
De afstand tot een punt 
bepaal je met een cirkel.

Op de cirkel: afstand = straal
In de cirkel: afstand < straal
Buiten de cirkel: afstand > straal

Slide 7 - Slide

Kleur alle punten rood die even ver van A als van B liggen en waarvan de afstand tot C kleiner is dan 3.

Uitwerkingen

Slide 8 - Slide

Middelloodlijn en afstanden
Alle punten op de middelloodlijn van het lijnstuk AB liggen even ver van punt A als van B. 

Omgekeerd geldt dat alle punten die even ver van punt A als B liggen, de middelloodlijn van het lijnstuk AB vormen.

Slide 9 - Slide

2.3A Bissectrice en afstanden
Wat is een bissectrice?

Slide 10 - Slide

omgeschreven cirkel
(middelloodlijnen)
ingeschreven cirkel 
(bissectrices)

Slide 11 - Slide


Welke tekst hoort bij de afbeelding hiernaast
A
Kleur alle punten rood waarvan de afstand tot A groter is dan 3 en de afstand tot B gelijk is aan 2
B
Kleur alle punten rood waarvan de afstand tot A groter is dan 3 en de afstand tot B groter is dan 2
C
Kleur alle punten rood waarvan de afstand tot A kleiner is dan 3 en de afstand tot B groter is dan 2
D
Kleur alle punten rood waarvan de afstand tot A kleiner is dan 3 en de afstand tot B gelijk is aan 2

Slide 12 - Quiz

Welke vraag hoort bij
de afbeelding hiernaast.
A
Kleur alle punten rood die even ver van A als van B liggen en waarvan de afstand tot C meer dan is 3.
B
Kleur alle punten rood die een afstand 2 van AB hebben en met de afstand van C meer dan 3.
C
Kleur alle punten rood die een afstand 2 van AB hebben en met de afstand van C minder dan 3.
D
Kleur alle punten rood die even ver van A als van B liggen en waarvan de afstand tot C minder dan is 3.

Slide 13 - Quiz

P (-2,-2), Q (2,0) en R (1,1) Wat moet ik tekenen als ik alle punten wil kleuren die even ver van P als van Q liggen.?
A
cirkel met middelpunt P en cirkel met middelpunt Q
B
lijn door P en Q en evenwijdige lijnen aan de lijn door P en Q
C
lijnstuk PQ en cirkel in het midden van dit lijnstuk
D
lijnstuk PQ en middelloodlijn van het lijnstuk

Slide 14 - Quiz

Welk figuur hoort bij de vraag;

"kleur alle punten paars waarvan de afstand tot A kleiner is dan 3 en de afstand tot B kleiner is dan 2" ?
A
Het linkerfiguur
B
Het rechterfiguur

Slide 15 - Quiz

Kleur alle punten paars waarvan de afstand tot B kleiner is dan 2
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

Huiswerk
Inleveren: 1 en 9
Klaar? maak de gemengde opgaven verder af.

Slide 17 - Slide