3.3. Veroveren en bouwen en 3.4. De late oudheid

1e: maandag 9 maart
1d: donderdag 14 maart

1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

1e: maandag 9 maart
1d: donderdag 14 maart

Slide 1 - Slide

Ik weet hoe Rome van een koning via een republiek weer een keizer kreeg
Ik weet hoe de Griekse cultuur zich verspreidde over Europa
Ik weet hoe er een einde aan het Romeinse Rijk komt
3.3. Veroveren en bouwen
3.4. De late oudheid
Maken paragraaf 3.3. opdracht 1,4,6,7 en 8
Klaar? Laten zien en nakijken
Maken paragraaf 3.4. opdracht 2,4,7,8 en 11
Zijn de lesdoelen gelukt? enkele controle vragen aan het eind vd les.

Slide 2 - Slide

Vorige les
De begrippen uit vorige les: 
  1. Republiek
  2. consuls
  3. senaat
  4. patriciërs
  5. Plebejers
  6. volkstribunen
  7. burgeroorlog
  8. vetorecht
  9. keizertijd

Slide 3 - Slide

3.3 Veroveren en bouwen

Slide 4 - Slide

De cultuur
in 4 eeuwen was Rome uitgegroeid van eenvoudige stadstaat tot een wereldrijk.
De Romeinen waren goed in oorlog voeren, organiseren en in allerlei praktische zaken. 
De interesse in kunst, boeken, wetenschap en filosofie kwam pas na/door de vele veroveringen. Hoe komt dat denk je?

Slide 5 - Slide

Romanisering

Toen de Romeinen NW Europa innamen namen ze hun klassieke cultuur mee.
Het overnemen van
Romeinse gebruiken
(taal, kleding, cultuur) heet romanisering

Slide 6 - Slide

Romanisering
  • Overal Romeinse gebouwen: Wat voor een soort gebouwen?
  • Latijnse taal.
  • Romeinse rechtspraak.
  • Romeinse producten (aardewerk, sieraden, olijfolie, beton).

Slide 7 - Slide

Bestuur en steden
Elk veroverde gebied moest een hoofdstad hebben. Meestal bouwde de Romeinen deze nieuw. Met hun typische Romeinse manier van bouwen: gebouwen en wegen.

Forum: religieuze, politieke en economisch centrum van de stad. In het centrum stonden ook de belangrijkste tempels en de markthal (tevens gerechtsgebouw)

Slide 8 - Slide

De Romeinen waren rijk en hadden aanzien, iedereen wilde dit en dus nam de inheemse bevolking van veroverde gebieden steeds meer dingen over van de Romeinen

Alleen de mensen die mee deden met de Romeinen werden rijk, het verschil tussen rijk en arm werd steeds groter.

Slide 9 - Slide

Romeinse villa (met vloerverwarming, hoe kan dat denk je?)
Tempel

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Maken par.3.3 opdr 1,4,7 en 8
Leesboek blz. 58 en 59
Werkboek blz. 64 en 65

Klaar? Laten zien en nakijken
Verlengde instructie, indien nodig

Klaar? Verdieping 3.3 

timer
5:00

Slide 11 - Slide

De late Oudheid 3.4

Slide 12 - Slide

3.4 De late oudheid  
284-476 n. Chr.
  • Tot 180 n. Chr. was er rust -> welvaart en voorspoed, daarna onrust -> grote groepen Germanen kwamen de grenzen over. Sterke Romeinse keizers konden dit nog wel aan.
  • vanaf 3e eeuw Romeinse generaals vaker ruzie over keizerstitel ->
  • Meer dan 50 keizers in 50 jaar
  • Keizers betaalden de soldaten steeds meer
  • Germanen kregen geld als ze niet aanvallen of betaald om andere groepen aan te vallen

Slide 13 - Slide

Vele keizers in de 3e eeuw na Christus

Slide 14 - Slide

Vernieuwingen
  • Om besturen makkelijker te maken wordt het rijk in tweeën gesplitst

  • 1 keizer in het westen + hulpkeizer
  • Hoofdstad in het westen is Rome

  • 1 keizer in het oosten + hulpkeizer
  • Hoofdstad in het Oosten is Constantinopel (nu Istanboel)

Slide 15 - Slide

Keizer Diocletianus
284-305
  • Strenge maatregelen -> boer hoorde bij zijn grond (mocht dus niet zonder toestemming verhuizen) -> zoon moest zelfde beroep als zijn vader gaan doen
  • Diocletianus bracht zo een bepaalde orde aan in de maatschappij -> ambtenaren om alles te controleren

Slide 16 - Slide

Nieuwe tactiek
  • Diocletianus: nieuw verdedigingssysteem -> belangrijke punten in de gaten houden -> rivierovergangen en belangrijke wegen ->  verdedigd met stevige forten (castella)
  • Soldaten hielden grens goed in de gaten -> in binnenland ruiterij -> waren razendsnel.
  • In 406 gaven Romeinen de Rijngrens op -> Germaanse volkeren stroomden het gebied binnen op de vlucht voor Atilla de Hun.

Slide 17 - Slide

Verval
  • Vanaf 4de eeuw langzaam verval: grensgebieden worden verlaten
  • Economische problemen en oorlogen zorgen voor bevolkingskrimp
  • Daarnaast beginnen de volksverhuizingen dankzij de Hunnen
  • Zwakke Romeinse legers kunnen de volkeren niet tegenhouden

Slide 18 - Slide

Einde 476 n. Chr.
  • Laatste keizer afgezet door Germaanse huursoldaten. Kozen geen nieuwe keizer meer.
  • Langzaamaan vermengde de Germaanse bevolking met de oorspronkelijke bevolking en begonnen de middeleeuwen.

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Maken par.3.4 opdr. 2,4,7 en 8
Leesboek blz. 60 tm 63
Werkboek blz. 68 tm 70

Klaar? Laten zien en nakijken
Verlengde instructie, indien nodig

Klaar? Verdieping 3.3 

timer
5:00

Slide 20 - Slide

Huiswerk voor volgende les:
Maken:
Maken paragraaf 3.3. opdracht 1,4,7 en 8
Maken paragraaf 3.4. opdracht 2,4,7 en 8
Leren:
Alle begrippen van paragraaf 3.0 t/m 3.4 (alle dikgedrukte woorden)

Toets h3:
1e: maandag 30 maart 2020
1d: donderdag 2 april 2020

Slide 21 - Slide