This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
timer
1:00
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Vergelijkingen
Die man (o) lijkt wel een beer (b)
Jouw kamer (o) lijkt wel een slagveld (b)
Hij (o) is zo dom als een ezel (b)
Slide 4 - Slide
Wat is het beeld in de volgende vergelijking?
Jouw nichtje is zo knap als een barbiepop.
A
Jouw nichtje
B
Een barbiepop
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Metaforen
Je moet een gegeven paard (b) niet in de bek kijken (b)
Mag ik nog wat slootwater (b)?
Een ezel (b) stoot zich niet tweemaal aan dezelfde steen (b)
Slide 7 - Slide
Wat is in de volgende zin de metafoor?
De camping bevond zich aan de voet van de berg.
Slide 8 - Open question
Auteur Annet Schaap over het schrijven van Lampje: 'Het regende van mijn vingers op papier.' Geef aan wat het beeld is in de zin en wat Annet Schaap met deze metafoor bedoelt.
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Personificaties
De auto kwam hoestend en proestend tot stilstand
Het schip danst op de golven
Slide 11 - Slide
Beeldspraak bij persconferenties
Schrijf minimaal 3 verschillende voorbeelden uit het filmpje.
Schrijf de letterlijke woorden van Hugo de Jonge of Mark Rutte op.
Schrijf erbij welke vorm van beeldspraak er wordt gebruikt.