les 25 en 26 Let op! De woorden van de les hoef je dit keer niet te leren!
Inhoud les 25 en 26:
persoonsvorm tegenwoordige tijd
persoonsvorm verleden tijd
onregelmatige werkwoorden
voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
Engelse werkwoorden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Wat moet je kennen voor de toets?
les 25 en 26 Let op! De woorden van de les hoef je dit keer niet te leren!
Inhoud les 25 en 26:
persoonsvorm tegenwoordige tijd
persoonsvorm verleden tijd
onregelmatige werkwoorden
voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
Engelse werkwoorden
Slide 1 - Slide
Hoe ga je dit leren?
theorie: bekijk de LessonUp lessen + het boek
oefenen:
LessonUp opdrachten
opdrachten in je boek
drillster 3 van les 25 en 26
Slide 2 - Slide
Wat is de regel van de pv in de t.t.?
Slide 3 - Mind map
Wat is het verschil tussen een zwak werkwoord en een sterk werkwoord?
Slide 4 - Mind map
Noem een voorbeeld van een sterk werkwoord.
Slide 5 - Open question
Noem een voorbeeld van een zwak werkwoord.
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Hoe herken je een voltooid deelwoord?
Slide 8 - Mind map
Hoe herken je een onvoltooid deelwoord?
Slide 9 - Mind map
Noem een voorbeeld van een voltooid deelwoord
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Wat is het verschil tussen een voltooid deelwoord en een onvoltooid deelwoord?
Slide 12 - Mind map
Noem een voorbeeld van een onvoltooid deelwoord
Slide 13 - Open question
De werkwijze die (worden) ontwikkeld, (moeten) zo snel mogelijk klaar zijn.
Slide 14 - Open question
Een smakeloze grap (trekken) aandacht en dat (genereren) weer verkeer zoals likes en shares.
Slide 15 - Open question
Ik (zien) dat het u (emotioneren), (kunnen) u toelichten waarom dat zo is?
Slide 16 - Open question
V.T.: Eindhoven Culinair (gaan) wegens gebrek aan belangstelling niet door, terwijl Lekker Venlo dit jaar geen sterrestaurant (weten) te strikken.
Slide 17 - Open question
V.T: De doelstelling (zijn) twee medailles, maar de teller (eindigen) op drie
Slide 18 - Open question
V.T. Ze (lopen) tegen de lamp, doordat ze telkens bij hetzelfde bedrijf auto’s (huren) voor hun klussen.
Slide 19 - Open question
Geef de juiste spelling van het onvoltooid of voltooide deelwoord! De conditie die de 47-jarige zanger heeft (opbouwen), wordt ook (toepassen) op andere dingen in het dagelijks leven
Slide 20 - Open question
Geef de juiste spelling van het onvoltooid of voltooide deelwoord! Ongeveer de helft van de HEMA-vestigingen wordt (runnen) door franchisers. De andere helft wordt (beheren) door HEMA zelf.