2.3 cellen

Ontdek de wondere wereld van cellen!
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ontdek de wondere wereld van cellen!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je weet dat een organisme bestaat uit cellen
- Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken

- Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn cellen?
Cellen zijn de bouwstenen van alle levende wezens. Ze zijn zo klein dat je ze alleen met een microscoop kunt zien. Ze zijn doorzichtig en worden daarom gekleurd.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Verschillende typen cellen
Er zijn verschillende typen cellen, zoals zenuwcellen, spiercellen en bloedcellen, die elk specifieke taken hebben. Ze hebben ook verschillende vormen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Dierlijke cellen
Dierlijke cellen hebben een: 1.celmembraan
2. celkern
3. celplasma

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Plantaardige cellen
Plantaardige cellen hebben een celmembraan, een celkern, celplasma, vacuole, bladgroenkorrel, celwand.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Plantaardige cellen in detail
Vacuole: Blaasje gevuld met vocht
Bladgroenkorrels: maakt de plant groen, zorgt voor fotosynthese
Celwand: stevige laag om de cel heen. Is geen onderdeel van de cel zelf!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Je hebt geleerd dat organismen bestaan uit cellen, je kunt de delen van dierlijke en plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en je begrijpt het belang van cellen in levende organismen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.