This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Weten jullie het nog?
Slide 1 - Slide
Van welk land was India een kolonie?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Verenigd Koninkrijk
D
Spanje
Slide 2 - Quiz
Wat is de hoofdstad van India?
A
Mumbai
B
New Delhi
C
Madras
D
Calcutta
Slide 3 - Quiz
Deze sport is in India uitgevonden, hoe heet dit spel?
A
Polo
B
Honkbal
C
Cricket
D
Softbal
Slide 4 - Quiz
Welk spel is in India uitgevonden?
A
B
C
D
Slide 5 - Quiz
Welke vlag is van India?
A
B
C
D
Slide 6 - Quiz
Welke taal wordt in India het meest gesproken?
A
Sanskriet
B
Hindi
C
Bengaals
D
Assamees
Slide 7 - Quiz
De meeste Indiërs zijn:
A
Moslim
B
Hindoe
C
Boeddhist
D
Christen
Slide 8 - Quiz
Hoeveel inwoners heeft India????
A
1 miljard
B
1,4 miljard
C
1,8 miljard
D
2 miljard
Slide 9 - Quiz
Hoe heet de heilige rivier in India?
A
Indus
B
Mekong
C
Yangtze
D
Ganges
Slide 10 - Quiz
Welk vlees wordt door veel Indiërs gegeten?
A
varkensvlees
B
rundvlees
C
kip
D
bijna geen vlees
Slide 11 - Quiz
Hoe heet deze man die India bevrijdde van de Britse overheersing?
A
Krishna
B
Vasco da Gama
C
Samudra Gupta
D
Mahatma Ghandi
Slide 12 - Quiz
Dit is een Hindoestaans feest: hoe wordt dit feest genoemd?
A
Ulambanafeest
B
Pesachfeest
C
Holifeest
D
Kathina
Slide 13 - Quiz
In India eten ze veel pittige gerechten. Wat is de naam van deze gerechten?
Slide 14 - Open question
welk dier is heilig in India?
Slide 15 - Open question
Een hooggebergte klimaat is
A
ET
B
EF
C
EH
D
EG
Slide 16 - Quiz
Wat is de lijzijde ?
A
Dat is de windrichting naar het oosten ?
B
Dat is de kant van een berg uit de wind
C
Dat is de regenschaduw
D
Dat is de kant van een berg met regen
Slide 17 - Quiz
Wie staan er bovenaan in het kastenstelsel?
A
Dalits
B
Brahmanen
C
Shudra's
D
Vaishya's
Slide 18 - Quiz
Aanlandige wind in Nederland: Welk kenmerk van aanlandige wind is juist?
A
In de zomer is aanlandige wind warm.
B
Aanlandige wind waait vanaf het land naar zee.
C
In de winter is aanlandige wind koud.
D
In de winter is aanlandige wind warm.
Slide 19 - Quiz
Aanlandige wind is?
A
Wind vanuit het noorden
B
Wind uit het zuiden
C
Wind die vanaf zee waait
D
Frontale regen
Slide 20 - Quiz
Hoe noemen we de drie bestaansmiddelen?
A
Landbouw, industrie en toerisme
B
Toerisme, industrie en horeca
C
Voetbal, horeca en diensten
D
Landbouw, industrie en diensten
Slide 21 - Quiz
Wat hoort niet bij de informele sector?
A
Zelfgecreëerde baan
B
Geen belasting
C
Pensioenopbouw
D
Laag inkomen
Slide 22 - Quiz
Wat is een federatie?
A
Een land met verschillende provincies.
B
Een land met deelstaten met een eigen parlement.
C
Een samenwerkingsverband van landen.
D
Een land met veel verschillende culturen
Slide 23 - Quiz
Stuwingsregen komt voornamelijk voor...
A
in de tropen
B
op gematigde breedte
C
in de bergen
Slide 24 - Quiz
Alle klimaten in het klimaatsysteem van Köppen zijn gebaseerd op temperatuur, behalve...
A
Het A-klimaat
B
Het B-klimaat
C
Het C-klimaat
D
Het D-klimaat
Slide 25 - Quiz
Zie de afbeelding. Bij welk van de drie grafieken is de groene druk het grootst?
A
Piramide
B
Toren
C
Urn
Slide 26 - Quiz
5.3 Booming India
Slide 27 - Slide
Openingsopdracht
Check eventjes je schoenen en kleding waar het vandaan komt
Slide 28 - Slide
Waarom India?
Slide 29 - Slide
Een veranderend land
India is een land in transitie:
van ontwikkelingsland naar ontwikkeld land.
duale economie = modern, ontwikkeld deel en traditioneel, achtergebleven deel
Opkomend land
Slide 30 - Slide
Een veranderend land
Vroeger:
zelfvoorziening --> nauwelijks handel met andere landen = erg arm land --> ontwikkelingsland
Vanaf 1990:
speciale economische zones (sez) & outsourcing (=uitbesteden) van werk door bedrijven uit het buitenland
Slide 31 - Slide
Een veranderend land
India: tot 1990 land met veel landbouw, weinig diensten.
Nu: stereotypisch werk voor Indiërs is ICT, helpdesks, etc.
Hoe is dat zo snel veranderd?
Slide 32 - Slide
SEZ's
1990: sez's (speciaal economische zones) op. Hier hoeven buitenlandse bedrijven weinig belasting te betalen.
Gevolg: rijke landen vestigen hier fabrieken om gebruik te maken van lage lonen. Dit heet outsourcing.
Slide 33 - Slide
Een veranderend land
Grote verschil stad/platteland is een kenmerk van een opkomend land.
Deel van het land wordt snel rijker, verschillen worden heel groot.
Slide 34 - Slide
Globalisering
Veel Indiërs werken in IT.
Ze zijn goed opgeleid en spreken goed Engels. Daardoor: snel aan het werk bij grote bedrijven als Google, Apple etc.
Slide 35 - Slide
Vooral de IT-sector groeide sterk in India:
• Reden 1: lagelonenland met veel goedopgeleide mensen die Engels spreken.
• Reden 2: ingenieursstudies populair en hoge status
• Reden 3: door het tijdsverschil werken ze overdag voor Europa en ‘s nachts voor de VS. Grootste IT-bedrijven oa in Bengaluru: het ‘Indiase Silicon Valley’
Slide 36 - Slide
Keerzijde van de groei
Slide 37 - Slide
Braindrain
Lonen in India zijn laag -> veel ingenieurs gaan naar het buitenland.
Voordeel: ze kunnen geld terug naar huis sturen.
Nadeel: de kennis verdwijnt uit India zelf (braindrain). Dat remt de ontwikkeling van het land.
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Aan de slag!
Maak dan §5.3 opdrachten 1, 2 . 3 (Opkomend land), 3, 4, 5 (Productielanden), 7 (Ontwikkelingskenmerken), 8 (Opkomende landen) en 9 (Braindrain)