This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
enkelvoudige zin: een zin met één persoonsvorm
samengestelde zin: zin met meer dan één persoonsvorm
- Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar; er passen (bijna nooit) andere zinsdelen tussen.
- De persoonsvorm staat voor in het deel van de zin waar hij bij hoort; het is het eerste of tweede zinsdeel.
- Het onderwerp en de persoonsvorm staan niet altijd naast elkaar. Je kunt er andere zinsdelen tussen zetten.
- De persoonsvorm staat vaak achter in het deel van de zin waar hij bij hoort.