Spelling blok 3 KM1

Spelling blok 3 KM1
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spelling blok 3 KM1

Slide 1 - Slide

Hoe vind je de
persoonsvorm?

Slide 2 - Mind map

Persoonsvorm
Als je de zin in een andere tijd zet, verandert de persoonsvorm.

Voorbeeld:
De pinguïn loopt heel grappig.
De pinguïn liep heel grappig.

Dus loopt is de persoonsvorm!

Slide 3 - Slide

De hele klas is gisteren naar huis gegaan.
Wat is de PV?
A
de hele klas
B
gisteren
C
is
D
gegaan

Slide 4 - Quiz

Weten jullie
wat een KLINKER is???
Typ er een paar in.

Slide 5 - Mind map

Korte en lange klank
Klinkers zijn: a, e, o, i, u
Medeklinkers zijn: klwmnhfg, alle andere letters...

Als je een lange klank hoort, schrijf je één klinker.
VOORBEELD: spelen
Als je een korte klank hoort, schrijf je twee medeklinkers.
VOORBEELD: spellen

Slide 6 - Slide

Welke woorden zijn goed gespeld?
A
zaaterdag
B
zaterdag
C
boterhammen
D
boterhamen

Slide 7 - Quiz

Welke regel heb je nodig voor werkwoordspelling verleden tijd?

Slide 8 - Mind map

Werkwoordspelling VT
In de verleden tijd heb je voor klankkast werkwoorden de regel van: 't ex kofschip.
Als de laatste letter van de stam in't ex kofschip zit, dan vervoeg je de pv met -te(n).
Als de laatste letter niet in het kofschip zit, dan vervoeg je 
met -de(n).

Slide 9 - Slide

poetsen

ik poetste
jij poetste                       enkelvoud 
hij/zij/het poetste

wij poetsten
jullie poetsten            meervoud
zij poetsten
wandelen

ik wandelde
jij wandelde.                 enkelvoud hij/zij/het wandelde

wij wandelden
jullie wandelden         meervoud
zij wandelden

Slide 10 - Slide

De kapper .....gisteren mijn haar.
A
knipde
B
knipden
C
knipte
D
knipten

Slide 11 - Quiz

Bij de sportdag ......de jongens de longen uit hun lijf.
A
rende
B
renden
C
rente
D
renten

Slide 12 - Quiz

Klankvast
De werkwoorden waar we nu mee geoefend hebben, zijn klankkast. De klank verandert niet in de verleden tijd.

Je hebt ook werkwoorden die niet klankkast zijn, maar juist klankveranderend.
VOORBEELD: slapen    ik slaap   ik sliep
zwemmen  jij zwemt  ik zwom 

Slide 13 - Slide

HUISWERK
Maak spelling blok 3 in je digitale methode.

Je blijft in Teams, je mag wel je camera uitdoen.
Als je vragen hebt, kun je die in de chat stellen.

Aan het eind van de les, komen we nog even in Teams en zeggen we elkaar gedag.


Slide 14 - Slide

Hoe vond je deze digitale les?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide