This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Onderwerp:
Persoonsvorm:
Werkwoordelijk gezegde:
Naamwoordelijk gezegde:
Lijdend voorwerp:
Meewerkend voorwerp:
Bijwoordelijke bepaling:
Voorzetselvoorwerp:
1. De kinderen van H2L schijnen heel goed in grammatica te zijn.
2. Sommige leerlingen kunnen het naamwoordelijk gezegde
niet altijd vinden.
3. Voor het onderwerp en de persoonsvorm krijg je gelukkig ook
punten.
4. Het lijdend voorwerp kan je vinden door de vraag 'wie/wat +
ow + wg?"
5. Tijdens de toets blijken de opdrachten over de woordsoorten
het makkelijkste.