Oefenen met examenvragen

• Beeldende vorming
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Vragen/vraagstelling

En daarmee oefenen...... 

Vragenblok: examen VWO 2014, TV 1, blok 3. 

(Romantiek & Realisme)

Stappenplan voor kunstvragen

Lees de vraag.

1) Hoeveel punten krijg ik voor deze vraag?* 

(*In tijdnood kun je er eventueel voor kiezen door te gaan met de waardevolle vragen)

2) Hoeveel antwoorden moet ik geven? 

      > Hangt meestal samen met het aantal punten. 

      > Zet meteen het juiste aantal streepjes op je blad. 

3) Is het een voorstellings- of een vormgevingsvraag? 

      > Gebruik bij een vormgevingsvraag de begrippen uit de schema’s.

4) Welke bron(nen) heb ik nodig? Neem deze door, onderstreep zonodig.

Beantwoord nu de vraag! 

Soorten vragen

1. Kennisvragen - Feiten onthouden en reproduceren.

2. Inzichtsvragen - Leerstof kunnen uitleggen, relevante leerstof kunnen ‘aanboren’ en het antwoord in eigen woorden kunnen noteren.

3. Toepassingsvragen - Leerstof in een onbekende situatie gebruiken om een probleem op te lossen.

4. Analysevragen - Verbanden leggen tussen verschillende delen van de leerstof.

(ook nog synthesevragen en evaluatievragen, maar die komen op een examen nauwelijks voor)

Vraag intro

In het begin van de negentiende eeuw veroverde Napoleon Bonaparte grote delen van Europa. In 1807 versloeg hij het Russische leger na een bloedige strijd. Op de afbeelding  zie je een schilderij van Jean-Antoine Gros, waarop Napoleon op de ochtend na de strijd het slagveld bezoekt.

Het schilderij moest een groots beeld van Napoleon geven. Daarbij moest zijn kwaliteit als vorst en als veldheer worden benadrukt.

Vraag: "3p 22 Leg voor elk van deze drie eisen uit hoe Gros eraan heeft voldaan. "

Misschien een weggevertje.... HOEVEEL antwoorden geef je?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Vraag: "3p 22 Leg voor elk van deze drie eisen uit hoe Gros eraan heeft voldaan. "

Is dit een VOORSTELLINGS- of een VORMGEVINGS vraag?

1. Voorstelling
2. Vormgeving
3. Beide
4. N.v.t.

Vraag: "3p 22 Leg voor elk van deze drie eisen uit hoe Gros eraan heeft voldaan. "

Wat voor SOORT vraag is dit?

1. Kennisvraag
2. Inzichtsvraag
3. Toepassingsvraag
4. Analysevraag

3p 22. Leg voor elk van deze drie eisen uit hoe Gros eraan heeft voldaan.

Beantwoord nu de vraag.

Vraag intro

Het werk is ruim vijf meter hoog en bijna acht meter breed. Dit enorme formaat past goed bij het genre waartoe het behoort: het historiestuk.

Gros slaagde erin het schilderij binnen een jaar te voltooien. Het werd samen met andere historiestukken in Parijs tentoongesteld in de Salon van 1808. Het historiestuk van Gros maakte propaganda voor Napoleon en zijn

politiek en moest de nationalistische gevoelens van het Franse volk versterken. 

Maar historiestukken hadden nog een ander doel. 

Vraag: '1p 23. Geef aan welk doel dit was.'

Hoeveel antwoorden moet je geven?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Vraag: "1p 23 Geef aan welk doel dit was."

Is dit een VOORSTELLINGS- of een VORMGEVINGS vraag?

1. Voorstelling
2. Vormgeving
3. Beide
4. N.v.t.

Vraag: "1p 23. Geef aan welk doel dit was. "

Wat voor SOORT vraag is dit?

1. Kennisvraag
2. Inzichtsvraag
3. Toepassingsvraag
4. Analysevraag

1p 23. Geef aan welk doel dit was.

Beantwoord nu de vraag.

Vraag intro

De Salon, die in de negentiende eeuw in het Musée du Louvre werd gehouden, speelde als instituut een belangrijke rol in de kunstwereld.

Vraag: "1p 24. Geef aan welke betekenis de Salon voor de kunstwereld had."

Hoeveel antwoorden moet je geven?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Vraag: "1p 24. Geef aan welke betekenis de Salon voor de kunstwereld had. "

Is dit een VOORSTELLINGS- of een VORMGEVINGS vraag?

1. Voorstelling
2. Vormgeving
3. Beide
4. N.v.t.

Vraag: "1p 24. Geef aan welke betekenis de Salon voor de kunstwereld had. "

Wat voor SOORT vraag is dit?

1. Kennisvraag
2. Inzichtsvraag
3. Toepassingsvraag
4. Analysevraag

1p 24. Geef aan welke betekenis de Salon voor de kunstwereld had.

Beantwoord nu de vraag.

Vraag intro

In 1808 trok Napoleon met zijn troepen Spanje binnen. Het Spaanse volk verzette zich hevig en er volgden jaren van bloedige strijd. De schilder Francisco de Goya maakte naar aanleiding hiervan 82 prenten over de verschrikkingen van de oorlog: Los desastres de la guerra.

Goya laat, net als Gros, doden en gewonden zien. Maar Goya verbeeldt het menselijk leed op een heel andere manier. Zijn visie kan in verband gebracht worden met twee belangrijke stromingen in de kunst van de negentiende eeuw. 

(Bekijk in de volgende slide een filmpje van alle prenten).

Vraag: "3p 25. Noem deze stromingen en leg uit waarom Goya’s werk erbij aansluit. Geef ook aan wat het inhoudelijke verschil is met de manier waarop Gros de doden en gewonden weergeeft. "

Hoeveel antwoorden moet je geven?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Vraag: "3p 25 Noem deze stromingen en leg uit waarom Goya’s werk erbij aansluit. Geef ook aan wat het inhoudelijke verschil is met de manier waarop Gros de doden en gewonden weergeeft. "

Is dit een VOORSTELLINGS- of een VORMGEVINGS vraag?

1. Voorstelling
2. Vormgeving
3. Beide
4. N.v.t.

Vraag: "3p 25 Noem deze stromingen en leg uit waarom Goya’s werk erbij aansluit. Geef ook aan wat het inhoudelijke verschil is met de manier waarop Gros de doden en gewonden weergeeft. "

Wat voor SOORT vraag is dit?

1. Kennisvraag
2. Inzichtsvraag
3. Toepassingsvraag
4. Analysevraag

3p 25. Noem deze stromingen en leg uit waarom Goya’s werk erbij aansluit. Geef ook aan wat het inhoudelijke verschil is met de manier waarop Gros de doden en gewonden weergeeft.

Beantwoord nu de vraag.

Bespreekschema's

als hulpmiddel bij

VORMGEVINGSvragen

Waarom? 

Zodat je treffende, bondige, antwoorden kunt geven waar weinig discussie over kan ontstaan. Dit is duidelijker voor je docent & tweede corrector.

Beeldend

Vorm

Compositie

Kleur

Licht

Ruimte

Materiaal

&

Techniek

3p. Beschrijf aan de hand van de afbeelding drie manieren waarop deze synthese* wordt bereikt.

*Synthese = samenvoeging

Dans

Ruimte

Tijd

Kracht

Danscompositie

(choreografie)

Dansvoorstelling

(zie theater)

2p. Beschrijf twee van deze tegenstellingen in bewegingen. Betrek bij beide tegenstellingen zowel de Duivel als de Danseres in je antwoord.

Drama/Theater

Theaterspel 

-lichaam

-stemgebruik

-mise-en-scène 

-speelstijl

& 

Theatervormgeving

-decor

-kostuums

-rekwisieten/attributen

-muziek/geluid

-enscenering

-toneelbeeld

3p. Beschrijf voor elk van deze drie aspecten een keuze die vaak wordt gemaakt, waardoor er sprake is van een toegankelijk genre.

Ga in op het verhaal (voorstelling), de muziek & decors en kostuums (vormgeving).

Antwoorden geven

-Schrijf het nummer van de vraag in de kantlijn.

-Bekijk alle aanwezige bronnen en lees (scan) de info.

-Bekijk alleen de filmgedeelten die nodig zijn voor het antwoord (ivm tijd).

-Zet streepjes/puntjes voor de antwoorden.

-Formuleer kort, bondig, maar volledig.

-Let op voorstelling/vormgeving.

-Gebruik de juiste begrippen (bespreekschema's).

-Laat zo weinig mogelijk vragen open! 

Aandachtspunten
bij examenvragen....