Toets lucht en nozzles

Welke 4 hoofdonderdelen kom je tegen in de luchtstroom vanaf buiten tot aan de toren
1 / 29
next
Slide 1: Open question
VoedingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welke 4 hoofdonderdelen kom je tegen in de luchtstroom vanaf buiten tot aan de toren

Slide 1 - Open question

Noem 3 nadelen van het aanzuigen van buitenlucht

Slide 2 - Open question

Noem 3 voordelen van het van buiten lucht aanzuigen?

Slide 3 - Open question

Noem 2 redenen waarom bedrijven als laatste vaak H11 gebruiken in plaats van E 13 (zuivert nog meer)

Slide 4 - Open question

Noem 2 manieren om te merken dat een filter vervuilt?

Slide 5 - Open question

Wat is waar over drukken?
A
1 Bara = 1 Barg = 0 Baro
B
1mBar = 10 Pascal = 100 mm WK
C
1 Bar = 10 meter WK = 100 kiloPascal
D
1 Bar = 1000 Pascal

Slide 6 - Quiz

Noem 2 nadelen van een warme zwoele zomerdag voor poederbereiding?

Slide 7 - Open question

Hoe wordt de onderdruk in de toren geregeld?

Slide 8 - Open question

Waarom mag de drooglucht niet rechtstreeks met rookgassen/brander verhit worden?

Slide 9 - Open question

Noem 2 nadelen van het verhitten met stoom vergeleken met het verhitten met een gasbrander.

Slide 10 - Open question

Waar (min. 2) hangt de hoeveelheid (kg) drooglucht vanaf als de standen van de pers en zuigventilatoren vaststaan?

Slide 11 - Open question

Op de kop van de toren staat vaak op 3 "plekken/doelen" koellucht. Welke 3 zijn dat?

Slide 12 - Open question

Noem 2 voordelen van een intensief filter vergeleken met een cycloon

Slide 13 - Open question

Noem 3 oorzaken van een te laag vangstcijfer van een cycloon

Slide 14 - Open question

Hoe kom je erachter als het intensief filter meer vervuild raakt

Slide 15 - Open question

Noem 3 oorzaken van een versnelde vervuiling van een intensief filter

Slide 16 - Open question

Waarom wordt de koellucht voor het dak / nozzles opgewarmd tot 60 C voor gebruik?

Slide 17 - Open question

Wat is het verschil tussen relatief en absoluut vochtgehalte?
Benoem in je antwoord ook de eenheid die erbij hoort.

Slide 18 - Open question

Waarom stijgt de producttemperatuur niet in de kop van de toren waar het product uit de nozzle rechtstreeks in contact komt met hete lucht van 200C

Slide 19 - Open question

Lucht van 20 C 60% r.v. wordt gekoeld tot 0 C en daarna opgewarmd tot 20 C.
Wat wordt de rv en absoluut vochtgehalte?
Laat berekening zien en gebruik tabel vorige bladzijde

Slide 20 - Open question

Leg de werking van de adsorbtiedroger uit in eigen woorden (incl. regeneratie)

Slide 21 - Open question

De delavan kan goed werken met
A
lage sproeidruk
B
hoge capaciteiten
C
Vrij vet gevoelige producten
D
lage droge stoffen

Slide 22 - Quiz

Leg uit hoe de sproeihoek en hoe de kans op vervuiling verandert als je overstapt van SC plaatjes naar SF

Slide 23 - Open question

Noem 5 punten die een kleinere druppel geven bij nozzle verstuiven. (ook aangeven of die waarde hoger of lager moet voor die fijnere druppel)

Slide 24 - Open question

Bij het overgaan van water naar product zal de nozzledruk
A
dalen
B
stijgen
C
gelijk blijven

Slide 25 - Quiz

Wat zijn 2 voordelen van een dubbele nozzle?

Slide 26 - Open question

In de winter kan de nozzle opening groter, omdat
A
het product dan vloeibaarder is
B
De lucht droger en de luchtflow in de toren lager is
C
De lucht droger en de luchtflow in de toren hoger is
D
Het vet steviger is en daat de emulsie daardoor niet uit elkaar valt

Slide 27 - Quiz

Welke 4 zaken worden beheerst bij luchtconditionering?

Slide 28 - Open question

Op welke 2 manieren kunnen we het absolute vochtgehalte in lucht verlagen?

Slide 29 - Open question