H6.3 Bevruchting

7.3 Bevruchting
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

7.3 Bevruchting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Sleep de namen van de organen van de bloem naar de juiste plaats. 
stempel
vruchtbeginsel
stijl
kelkblad
helmknop
helmdraad
bloemsteel
kroonblad

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil tussen bestuiving en bevruchting beschrijven. 
  • Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.
  • Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.

 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je doen?
  • Je werkt met z'n tweeën deze Lessonup rustig door.
  • kijk de filmpjes
  • beantwoord de vragen
  • gebruik je boek tegelijkertijd

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Slide 6 - Link

Vanaf Kroonblad tot en met het einde.
Het resultaat zijn vruchten, maar dat is voor de volgende les.


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Na de bevruchting
 Uit de bevruchte eicel ontstaat zo een kiem
Uit het zaadbeginsel ontstaat een 
zaad.

Elk zaad bevat een kiem. Als het zaad kiemt, groeit uit de kiem een kiemplantje.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

        Afsluiting


  • Verloop van bevruchting 
  •  Na bevruchting

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kieming (thema 1)
  • Eicel > kiemplant
  • Zaadbeginsel > Zaadhuid + lobben

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
B
als eicellen op de stempel terecht komen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Zijn kenmerken van insectenbloemen?
A
kroonbladeren fel gekleurd
B
stempel groot
C
meeldraden buiten de bloem
D
ze ruiken lekker

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hebben windbloemen veel of weinig stuifmeel?
A
weinig
B
veel

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
wel bevruchting, geen bestuiving
D
geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vaak is
de appel minimaal bevrucht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er met de zaadbeginsels die niet zijn bevrucht?
A
ontwikkelen zich tot zaden
B
verschrompelen
C
die worden groter
D
die krijgen bloemen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel stuifmeelkorrels kunnen een eicel bevruchten
A
1
B
2
C
3
D
geen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

In welke volgorde verloopt de geslachtelijke voortplanting bij planten?
A
bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Kun je nu..
Je kunt het verschil tussen bestuiving en bevruchting beschrijven. 
Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.
Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk!
  • Verder werken met lessonup

Slide 21 - Slide

This item has no instructions