les 4 thema 4 hv1b (vr) vervallen

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Slide

Deze les
Terugblik leerdoelen vorige les.   
Verder met de leerdoelen van deze week.
Opdrachten maken.   
Afsluiten; wat heb je deze les geleerd? 

Slide 2 - Slide

De leerdoelen van deze week: 
-Je kunt de beenverbindingen beschrijven.
-Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.
-Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.
-Je kunt de werking van spieren beschrijven.
-Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen.


Slide 3 - Slide

Wat weet je nog/al?

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog/al?

Slide 5 - Slide

De leerdoelen van deze week: 
-Je kunt de beenverbindingen beschrijven.
-Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.
-Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.
-Je kunt de werking van spieren beschrijven.
-Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen.


Slide 6 - Slide

-Je kunt de werking van spieren beschrijven. 
Een spier kan zichzelf alleen korter maken. (denk aan een elastiekje).
Er is dus iets anders nodig om de spier weer uit te rekken.

Antagonisten.

Slide 7 - Slide

-Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen. 
Twee soorten spieren:
Spieren die met pezen aan je beenderen vast zitten, dit zijn spieren die je "bewust" beweegt. 
(Nodig om je te bewegen, iets te pakken etc.).

En spieren die in en om je organen zitten (Hart, maag, slokdarm, haarspiertjes). Deze doen hun werk zonder dat je je daar bewust van hoeft te zijn (over hoeft na te denken).

Slide 8 - Slide

timer
10:00
Leerdoelen:
Je kunt de beenverbindingen beschrijven.
-Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.
-Je kunt de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.
-Je kunt de werking van spieren beschrijven.
-Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen.


Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de tekst van B3 en B4
-Te maken: B3 (4.3)  en B4 (4.4)  
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Eerst 10 minuten zelf in stilte,
daarna mag je overleggen. 
Na afloop nog een paar (8) vragen via lessonup.

Slide 9 - Slide

Afsluiting.
Wat nog niet af is van de studiewijzer van deze week is huiswerk voor de 1e les van volgende week. (woensdag)

We maken een kort oefentoetsje met 8 vragen om te kijken wat je hebt geleerd deze les.

Slide 11 - Slide

Hoe heet het donkergroene onderdeel?
A
gewrichtssmeer
B
kraakbeen
C
kapselband
D
gewrichtskogel

Slide 12 - Quiz

Hoe zitten de ribben vast aan het borstbeen?
A
kraakbeen
B
gewrichten
C
vergroeid
D
naden

Slide 13 - Quiz

Waarom zit er kraakbeen aan het uiteinde van je botten?
A
slijtage voorkomen
B
dat het gewricht niet kan bewegen
C
voor de sier
D
om stoffen te vervoeren

Slide 14 - Quiz

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 15 - Quiz

Wat is zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die jouw arm bewegen.
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die verkrampen

Slide 16 - Quiz


In de afbeelding zijn de beenderen en enkele spieren in de achterpoot van een kikker getekend. Als een kikker opspringt, strekt hij zijn achterpoten.
Welke spieren trekken zich dan samen?
A
1 en 2
B
1 en 3
C
3 en 2
D
2 en 4

Slide 17 - Quiz

Welke twee spieren zijn een antagonistisch paar?
A
rugspier en de voorste dijspier
B
dijspier en de scheenbeen spier
C
buikspier en de rugspier
D
rugspier en de dijspier

Slide 18 - Quiz


Op de afbeelding zie je schematische tekening van een arm.
Wat gebeurt er met de onderdelen P en Q als de onderarm wordt opgetild?
A
P wordt korter en dikker Q wordt verandert niet
B
Q wordt korter en dikker P verandert niet
C
P wordt lang en smaller Q verandert niet
D
Q wordt lang en smaller P verandert niet

Slide 19 - Quiz


In je agenda gezet wat je gaat of moet doen?
  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.


Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 20 - Slide