This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat is een ander woord voor feedback?
A
commentaar
B
kritiek
C
teruggeven
D
compliment
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Je baas zegt tegen jou: Je hebt mooi gespiegeld. Dit is...
A
Positieve Feedback
B
Negatieve Feedback
C
Geen feedback
Slide 6 - Quiz
Eem klant zegt tegen jou: Wat een mooi weertje vandaag! Dit is...
A
geen feedback
B
wel feedback
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
wat zijn de 4 G's voor Feedback?
A
gevoel, gevolgen, gehoor, gewenst gedrag
B
Gedrag, gehoor, gevoel, gemoed
C
gebeurtenis, gedrag, gevoel, gevolg
D
Gemoed, gevolgen, gehoor, gewenst gedrag
Slide 9 - Quiz
welke G zou je nog kunnen toevoegen?
A
gewenst gedrag
B
gescheiden gedrag
C
geweest gedrag
D
goed gedrag
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Je baas zegt tegen jou terwijl je aan een drukke kassa zit: Ik denk dat je het wisselgeld moet terugtellen. Voldoet deze feedback aan de feedbackregels?
A
ja, hij gebruikt de ik-boodschap
B
Nee, hij doet het niet op een rustige plek
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Wat weet je nog over hoe de kinderen feeback gaven over het tekenen van de vlinder?
Slide 15 - Mind map
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Ben jij meestal een leider of een volger?
Slide 20 - Mind map
Slide 21 - Slide
Welke van onderstaand gedrag is heel doelgericht maar weinig relatiegericht?
A
forceren
B
samenbrengen
C
vermijden
D
overleggen
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Iemand die onderzoekend gedrag heeft, is relatiegericht
dat klopt
dat klopt niet
Slide 24 - Poll
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Ben jij hoofdzakelijk relatiegericht of doelgericht volgens de test?
Slide 27 - Mind map
Slide 28 - Slide
Welke van de termen heb je GEEN voorbeeld van kunnen vinden in Dreamschool?