4.2 Monniken en Kloosters

Hallo!


Niet vergeten;
- Telefoon in je kluis! Zie ik hem wel? Dan ben je hem kwijt tot het einde van de dag.
- Wil je iets zeggen of vragen? Steek je hand omhoog.
- Laptops op tafel.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hallo!


Niet vergeten;
- Telefoon in je kluis! Zie ik hem wel? Dan ben je hem kwijt tot het einde van de dag.
- Wil je iets zeggen of vragen? Steek je hand omhoog.
- Laptops op tafel.

Slide 1 - Slide

In welke tijdvak zijn wij nu?
A
Tijdvak 1
B
Tijdvak 8
C
Tijdvak 7
D
Tijdvak 3

Slide 2 - Quiz

Wat is de naam van tijdvak 3?
A
Tijd van monniken en ridders
B
Tijd van burgers en stoommachines
C
Tijd van wereldoorlogen
D
Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 3 - Quiz

Wat weet jij al van monniken en ridders?

Slide 4 - Mind map

4.2
Monniken en kloosters
B1

Slide 5 - Slide

Dagmenu
1. Introductie                       (5min)
2. Oriëntatie                        (15min)
3. Opdrachten                     (15min)
4. Afsluiting                          (5min)

Slide 6 - Slide

Tijd van monniken en ridders

Slide 7 - Slide

Friezen en Franken
In ons land waren in het jaar 600 twee volken de baas: de Friezen en de Franken. De Franken waren christenen. De Friezen kenden het christendom niet. Christenen geloven in één god. De Friezen geloofden in heel veel goden tegelijk. Ze hadden bijvoorbeeld een god die voor regen zorgde, een god die hielp als er oorlog was en een god die zieken kon genezen.

Slide 8 - Slide

Willibrord en Bonifatius
Willibrord was een monnik uit Engeland. Hij werd de bisschop van Utrecht, in het gebied van de Franken. Van daaruit trok hij naar het gebied van de Friezen. Hij wilde de Friezen overhalen om christen te worden. Dat was heel gevaarlijk. De Friezen moesten niets van het christendom hebben. Willibrords opvolger, Bonifatius, werd door de Friezen zelfs vermoord.

Slide 9 - Slide

Willibrord en Bonifatius
Tussen de Franken en Friezen was vaak oorlog. De Franken overwonnen de Friezen. Vanaf die tijd werden de Friezen christenen. De Franken overwonnen ook veel andere volken. Ze werden in een groot deel van Europa de baas. In dat gebied werd het christendom de belangrijkste godsdienst.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Hulp van God
In de vroege Middeleeuwen hadden mensen een moeilijk leven. Dokters wisten niet zoveel als nu. Weinig kinderen bleven in leven. En volwassenen werden niet oud. Er was vaak hongersnood, omdat de oogst was mislukt. 
Maar mensen geloofden dat God hen kon helpen. Ze moesten als goede christenen leven. Dan zouden ze na hun dood in de hemel komen, waar alles goed en mooi was. 


Slide 12 - Slide

Hulp van God
Wanneer was je een goede christen? Dat leerden ze van de geestelijken: de mensen van de christelijke kerk, zoals priesters. Zij stonden dicht bij God. De priesters konden voor de mensen tot God bidden. In ruil daarvoor betaalden de mensen geld aan de kerk.

Slide 13 - Slide

Leven in het klooster
Sommige geestelijken woonden in kloosters. Er waren kloosters voor mannen en voor vrouwen. De mannen noem je monniken en de vrouwen nonnen. Monniken en nonnen baden zeven keer per dag. Ook ’s nachts!
Ze werkten hard. In de tuin van hun klooster verbouwden ze planten, voor het eigen voedsel. Er was ook een kruidentuin. Ze wisten hoe ze kruiden konden gebruiken om zieken te genezen. In veel kloosters was dan ook een ziekenhuisje voor de boeren uit de buurt.

Slide 14 - Slide

Leven in het klooster
In sommige kloosters was een schooltje. De kinderen van een edelman of ridder kregen er les. Veel monniken en nonnen konden namelijk lezen en schrijven. Dat was heel bijzonder in die tijd. Oude boeken schreven ze over. Dat deden ze zo mooi mogelijk. Vaak duurde het jaren voor een boek af was.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Dit moet je onthouden
Willibrord en Bonifatius waren monniken. Zij probeerden de Friezen te bekeren tot het christendom. Bonifatius werd door de Friezen vermoord.

Monniken en nonnen waren geestelijken. Ze woonden in een klooster. Ze baden veel, maar werkten ook. Bijvoorbeeld in het ziekenhuis of schooltje in het klooster. Ook schreven ze boeken over.

Slide 17 - Slide

Welk tijdvak zijn we nu in terecht gekomen?
A
Wereldoorlogen 1900-1950
B
Grieken en Romeinen 500 v. Chr - 500
C
Monniken en ridders 500-1000
D
Pruiken en Revoluties 1750 - 1850

Slide 18 - Quiz

Wat voor democratie is Nederland?
A
Directe democratie
B
Indirecte democratie
C
Geen democratie
D
Wat is democratie? Kan ik dat eten?

Slide 19 - Quiz

Opdrachten/Huiswerk
Maak:
4.2 Monniken en Ridders
Volgende les: 4.3 de koning en zijn leenman

Slide 20 - Slide