What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quiz werkwoordspelling
Quiz werkwoordspelling
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
90 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Quiz werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Ik (hopen) vaak op een goed antwoord.
(persoonsvorm tegenwoordige tijd)
A
hopen
B
hoop
C
hoopt
D
hoopte
Slide 2 - Quiz
Jullie (verrassen) mij altijd met leuke opmerkingen.
(persoonsvorm tegenwoordige tijd)
A
verrassen
B
verras
C
verrast
D
verrasten
Slide 3 - Quiz
De toets (worden) heel makkelijk als we goed hebben geoefend.
(persoonsvorm tegenwoordige tijd)
A
worden
B
word
C
wordt
D
werd
Slide 4 - Quiz
Het (gebeuren) niet zo vaak.
(persoonsvorm tegenwoordige tijd)
A
gebeuren
B
gebeur
C
gebeurt
D
gebeurd
Slide 5 - Quiz
Wat is er gisteren (gebeuren)?
(voltooid deelwoord)
A
gebeuren
B
gebeur
C
gebeurt
D
gebeurd
Slide 6 - Quiz
Hoe vaak heb ik het nu (zeggen)?
(voltooid deelwoord)
A
zeggen
B
zeg
C
gezegt
D
gezegd
Slide 7 - Quiz
De hippie heeft gisteren nog (surfen).
(voltooid deelwoord)
A
surfen
B
surf
C
gesurft
D
gesurfd
Slide 8 - Quiz
(lopen) jij gisteren naar de bakker?
(persoonsvorm verleden tijd)
A
lopen
B
loop
C
liep
D
liept
Slide 9 - Quiz
Vorig jaar (zijn) jij vaker ziek.
(persoonsvorm verleden tijd)
A
zijn
B
was
C
ben
D
waren
Slide 10 - Quiz
Toen (filmen) ik mijn moeder op haar werk.
(persoonsvorm verleden tijd)
A
gefilmt
B
filmen
C
filmde
D
filmt
Slide 11 - Quiz
Gisteren (spreken) jij voor het eerst Frans.
(persoonsvorm verleden tijd)
A
spreek
B
spreekte
C
spraak
D
sprak
Slide 12 - Quiz
Mijn moeder heeft de auto (parkeren).
(voltooid deelwoord)
A
parkeert
B
geparkeerd
C
geparkeert
D
parkeerd
Slide 13 - Quiz
De docenten (begroeten) mij elke dag.
(persoonsvorm tegenwoordige tijd)
A
begroet
B
begroeten
C
begroette
D
begroetten
Slide 14 - Quiz
Dat is mij nog nooit (gebeuren).
(voltooid deelwoord)
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeuren
D
gebeur
Slide 15 - Quiz
Dat (gebeuren) mij nooit.
(persoonsvorm tegenwoordige tijd)
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeuren
D
gebeur
Slide 16 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
- stam (ik-vorm)
- stam + t (ik-vorm + t)
- hele werkwoord
(uitzondering: werkwoord zijn)
Slide 17 - Slide
Persoonsvorm verleden tijd
- zwak of sterk werkwoord
- 't exkofschip
filmen, rennen, drukken
- stam + de(n)
-stam + te(n)
Slide 18 - Slide
Voltooid deelwoord
- zwak of sterk werkwoord
- 't exkofschip
maken > maak, repareren > repareer
- ge+stam+t
- ge+stam+d
Slide 19 - Slide
More lessons like this
M4 herhaling werkwoorden
March 2022
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1-3
werkwoordspelling HA1 periode 4
April 2020
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, havo
Leerjaar 1
groep 8 werkwoord spelling cito
15 days ago
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
October 2024
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
BBL werkwoordspelling les 1
May 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling herhaling + moeilijke werkwoorden
November 2021
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
groep 8 werkwoord spelling cito
7 days ago
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
BBL werkwoordspelling les 1
November 2020
- Lesson with
36 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1