What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1M chap 5 21-6
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Programme
récapitulation
nakijken le bilan
voorbereiden toets
Le programme d'aujourd'hui:
Doornemen wat je moet weten voor de toets
Herhaling ch 5: -
Oefeningen passé composé
- adjectifs (bijvoeglijk naamwoord
Le but --> à la fin de ce cours:
Je connais chapitre 5
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
V.t.t. (Voltooid tegenwoordige tijd)
Ik heb gelopen
Jij hebt gegeten
Wij hebben gekocht
DUS: Hulpwerkwoord AVOIR en VOLTOOID DEELWOORD
Slide 4 - Slide
Hoe maak je het voltooid deelwoord?
Slide 5 - Slide
Hoe maak je het voltooid deelwoord?
PARLER:
PARLER - ER = PARL
+ É =
PARLÉ
Slide 6 - Slide
PASSÉ COMPOSÉ
Hulpwerkwoord AVOIR +
Voltooid deelwoord
J'AI mangÉ
Nous AVONS parlÉ
Ils ont dansÉ
Slide 7 - Slide
Hij heeft gepraat
A
Il a parlé
B
Ils ont parlé
C
Elle a parlé
D
Nous avons parlé
Slide 8 - Quiz
Tu (écouter) in de passé composé:
A
as écouté
B
a écouté
C
ont écouté
D
e écouté
Slide 9 - Quiz
Mon père ... (tomber).
A
tombé
B
a tombé
C
est tombé
D
est tombés
Slide 10 - Quiz
Ik heb gegeten
A
j'ai mangé
B
j'ai mangée
C
je suis mangé
Slide 11 - Quiz
Vertaal: Marianne heeft gedanst
A
Marianne dansé
B
Marianne as dansé
C
Marianne a dansé
D
Marianne danse
Slide 12 - Quiz
Elle_________ (danser) avec sa soeur.
A
dansé
B
a dansé
C
avez danser
D
ai dansé
Slide 13 - Quiz
hij heeft gekeken
A
Il a regardée
B
Il a regardés
C
Il a regardé
Slide 14 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van parler?
A
parle
B
parlons
C
parlé
Slide 15 - Quiz
Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
vrouwelijk enkelvoud
A
s
B
e
C
es
D
niks
Slide 16 - Quiz
Een bijvoeglijk naamwoord....
A
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
B
zegt iets over een werkwoord
Slide 17 - Quiz
Wat is hier de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle porte les lunettes verts.
B
Elle porte les lunettes vert.
C
Elle porte les lunettes verte.
D
Elle porte les lunettes vertes.
Slide 18 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoord
J'ai les cheveux ...
A
blond
B
blonde
C
blonds
D
blondes
Slide 19 - Quiz
Wat is het juiste adjectif?
Les chaussures sont brune / brunes
A
brune
B
brunes
Slide 20 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Il porte un pull noire.
B
Il porte un pull noir.
C
Il porte un pull noirs.
D
Il porte un pull noires.
Slide 21 - Quiz
Hoe maak je een bijvoeglijk naamwoord 'vrouwelijk' ?
A
met een extra -e
B
met een extra -s
C
met 'la'
D
een bnw is altijd mannelijk
Slide 22 - Quiz
De bijvoeglijke naamwoorden
Les adjectifs
Slide 23 - Slide
Vragen?
Slide 24 - Slide
More lessons like this
1M chap 5 16-6
June 2021
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Herhaling passé composé chap 2 klas 2
February 2021
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Herhaling hoofdstuk 5
June 2023
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H1 2 VWO 2024 D passé composé met avoir 3 oktober 2024
September 2024
- Lesson with
40 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
herhaling passe compose 15 oktober
October 2024
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammaire chap 1
October 2021
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Chapitre5: passé composé
April 2023
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
3/3 1h3 zke
March 2021
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1