Schrijven van een mail

Schrijven van een mail
1 / 11
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Schrijven van een mail

Slide 1 - Slide

e-mail

Slide 2 - Mind map

Hoe schrijf ik een e-mail naar mijn docent? 

Wil je jouw docent een vraag stellen over de leerstof, een toets of je werkstuk? Een e-mailtje werkt meestal snel en efficiënt. Een email is zakelijke communicatie en is vergelijkbaar met een brief

Slide 3 - Slide

Waar moet je rekening mee houden met het sturen van een e-mail

Slide 4 - Open question

Vermeld een duidelijk onderwerp 
Een mail versturen zonder onderwerpregel is ongepast. Denk eraan dat de ontvanger van jouw mailtje meerdere mails per dag ontvangt. Zorg er dus voor dat de prioriteit van de mail duidelijk af te lezen valt uit de onderwerpregel. Zo heeft je docent een helder beeld van wat soort e-mail in zijn inbox staat.

Voorbeelden:
Toetsstof wiskunde TW3
Werkstuk Nederlands
Afwezigheid 12 februari 2024

Slide 5 - Slide

Kies de juiste aanspreking
Schrijf je de mail aan een bekende docent, dan kun je “Beste” als aanspreking kiezen. Ken je de docent niet, dan kun je beter “Geachte” gebruiken. Ken je de naam van de ontvanger, dan gebruik je die in de aanhef. Bestaat de achternaam van de docent uit woorden als: van, de, van der enz. dan gebruik je een hoofdletter.
Voorbeelden:
Beste meneer Jansen,
Beste mevrouw Van der Veen
Geachte heer De Groot,
Geachte mevrouw De Vries,
Ken je de naam van de ontvanger niet, dan schrijf je:
Geachte heer,
Geachte mevrouw,
Weet je niet of de ontvanger een man of een vrouw is, dan gebruik je:
Geachte heer, mevrouw,

Slide 6 - Slide

Inhoud van je mail
Ben je voor de bekende een ontvanger? Of moet je jezelf eerst voorstellen?

Zorg voor een logische opbouw en correct taalgebruik. 

Een korte mail kan genoeg hebben aan één alinea, maar voor sommige zaken heb je wellicht meerdere alinea's nodig. 

Zorg ervoor dat je altijd netjes blijft en bedenk hoe je bericht overkomt bij de ontvanger

Slide 7 - Slide

Afsluiten 
De standaardafsluiter voor een formeel bericht is 'Met vriendelijke groet,'. Enkel 'Mvg' is te kort en wordt afgeraden. Als je iets vraagt, kan je ook afsluiten met een kleine bedanking vooraf. Dat garandeert ook meteen een grotere kans op een snel antwoord van de ontvanger. Hoogachtend is een erg formele afsluiting die weinig gebruikt wordt.

Alvast bedankt voor uw antwoord.
Hartelijk dank voor uw hulp.
Bij voorbaat dank..

Na de slotgroet onderteken je de e-mail met je voor- en achternaam.

Slide 8 - Slide

Ben je boos? 
Als je met iets zit wat volgens jou niet door de beugel kan, dan kun je een docent natuurlijk een mail sturen. Echter als je boos bent, dan schrijf je soms zaken waar je achteraf spijt van hebt. Een handige stelregel is: Een boze mail stuur je een dag later.

Je kunt de mail opstellen en in de concepten zetten. De dag erna lees je de mail nog eens en dan ga je meestal de tekst aanpassen. Je kunt ook de ene dag een paar aantekeningen maken en de dag erop de mail pas opstellen

Slide 9 - Slide

CC, BCC, Allen beantwoorden en de bijlage
CC -> kopie naar iemand, zichtbaar voor ontvanger 
BCC -> kopie naar iemand, onzichtbaar voor ontvanger 
Reply -> reageer alleen op de verzender 
Reply all-> reageer op de verzender + alle adressen in de CC

Stuur een bijlage altijd als kopie en niet als gedeeld document. Zo kunnen andere niet je document per ongeluk aanpassen

Slide 10 - Slide

Opdracht email schrijven
Deze opdracht is bedoeld om te controleren of je een correcte email kunt schrijven.
Gebruik het uitgereikte en besproken document: Hoe schrijf je een email.
Schrijf een correcte email aan je ouder/ouders
o Zet de docent in de CC
o Zet jezelf in de BCC
o Open met een correcte openingszin. Dus niet’: “hoi, hoi” of “geachte vader en moeder”
o Schrijf in correct Nederlands dat er op school geoefend wordt met een correcte email schrijven.
o Geef in je email aan dat je onder andere leert hoe je met de App Ms-Word werkt. Beschrijf in eigen woorden hoe de App verschilt van de online versie van office 365.
o Geef aan dat we op school met de App of het programma werken en dat Word-Online niet bedoeld is voor tekstverwerken, maar om een Word-document te lezen.
o Beschrijf dat je op je laptop alle office-apps kunt downloaden omdat je een office 365 account van school hebt. Geef aan dat je op maximaal 5 computers de apps kunt downloaden.
o Geef duidelijk aan dat je Office al op je laptop hebt.
o Voeg als bijlage toe het bestand: “Hoe schrijf je een mail”

o Sluit je email correct af.

Slide 11 - Slide