Isotopen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

hfd 3.1 Atoommodel

Stoffen zijn opgebouwd uit moleculen.

Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.

Atomen zelf bestaan uit kleinere deeltjes. 

Bouwstenen atoom

Elektron: negatief

Proton: positief

neutron: neutraal

Noem je een schil

Dus een atoom bestaat uit protonen, elektronen en neutronen, maar hoeveel?

Atoomnummer = aantal protonen = aantal elektronen

Massagetal = aantal protonen + aantal neutronen

Periodiek Systeem

Periodiek systeem

Indeling Periodiek Systeem

Horizontaal = periode

Verticaal = groepen 

Groepen die je moet kennen zijn

groep 1: Alkalimetalen (H niet)

groep 2: Aardalkalimetalen

groep 17: Halogenen

groep 18: Edelgassen

Massagetal

Elk element (atoom) heeft een massagetal.

Dit massagetal bereken je zo:

Protonen + neutronen = massagetal.

• Bereken van dit atoom het massagetal.
• Welk element is dit? 

Isotopen

Wat is een isotoop?

Isotopen

Wat is een isotoop?

Een atoom van dezelfde atoomsoort met een verschillend massagetal.

Neutronen in de kern 

kunnen verschillend zijn

Notatie isotopen

Bij isotopen is het belangrijk om aan te geven welk isotoop wordt gebruikt. Zo wordt dat aangegeven: 

Hoeveel protonen, elektronen en neutronen?

               N-14 : 7 protonen                             N-15: 7 protonen

                            7 elektronen                                      7 elektronen

                            7 neutronen                                       8 neutronen

Zelfstandig werken

Maken 3.1: 4, 6 t/m 11 op blz 129-131