H5 grammatica

Hoofdstuk 5
Grammatica
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5
Grammatica

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Persoonlijke voornaamwoorden (psv) herkennen en benoemen 
  • Bezittelijke voornaamwoorden (bzv) herkennen en benoemen
  • Aanwijzende voornaamwoorden (awv) herkennen en benoemen
  • Bijwoorden (bw) herkennen en benoemen

Slide 2 - Slide

Ken je al één van de nieuwe woordsoorten? Zo ja, welke?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Hen / hun / het
  • Hen gebruik je als lijdend voorwerp en na een voorzetsel
Ik heb hen geroepen, ik geef het geld aan hen
  • Hun gebruik je als meewerkend voorwerp zonder voorzetsel
Ik heb hun het geld gegeven. 
  • Het is alleen psv als het vervangbaar is door dat en alleen een zinsdeel vormt. 
Ik heb het wel gezien!

Slide 5 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord (bzv)


  • Geeft bezit aan: iets is van iemand 
  • Staat vóór een zelfstandig naamwoord 

Slide 6 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord (bzv)


  • Kan ook zelfstandig gebruikt worden 

Slide 7 - Slide

Let op!

Zij was haar afspraak vergeten 
             

Wij hebben haar ontmoet 
            

Slide 8 - Slide

Let op!

De tas is van haar 
            

Slide 9 - Slide

Oefenen met psv en bzv
Vlak voor het onderbouwfeest showden ze hun outfit aan hun 

klasgenoten.

Na de toets vertelde ik hun al mijn antwoorden. 

Slide 10 - Slide

Aan de slag! 
Maak opdracht 4, 5, 6 (v.a. blz. 57)

Klaar? Lees de leerteksten 'aanwijzend voornaamwoord'  en 'bijwoord (blz. 53 - 55)
Maak opdracht 7, 8, 10, 14, 15

Slide 11 - Slide

Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je?

Slide 12 - Mind map

Welke bezittelijke voornaamwoorden ken je?

Slide 13 - Mind map

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Aan de slag! 
Maak opdracht 4, 5, 6onderdeel 2 van opdracht 7 en opdracht 14 (v.a. blz. 57)

Klaar? Lees de leertekst  'bijwoord (blz. 54 - 55)
Maak opdracht 7, 8, 10, 15

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Oefenen met awv en bw
a Je merkt opeens dat die broer van je in veel situaties heel 

nauwkeurig werkt.

b Dergelijke gelijkenissen werden vroeger ook al opgemerkt.

Slide 25 - Slide

Benoem alle woordsoorten
c Ze   klaagden   altijd   over   tegenwind.

d Een   enkeling   werd   buitensporig   boos.

Slide 26 - Slide

Aan de slag! 

Maak opdracht 8, 10, 15

Slide 27 - Slide

Benoem alle woordsoorten
a Een  deel  van  de  klas  kwam  uit  het  nabijgelegen  dorp  
naar  de  stad.

b Deze  leerlingen  gingen  op  de  fiets  naar  hun  school.

Slide 28 - Slide