01-04-2021 Oefenen participium en filosoferen met de Romeinen

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Vandaag

Bespreken huiswerk

De participiumwoordgroep

Romeinse filosofie

Mandatum XVI

5. Het dak ............. stort in.

6. .......................... hebben de stad verlaten.

7. Het is mij niet toegstaan ............................. te zeggen.

8. Waar komt het lawaai ............................. vandaan?

Mandatum XVII

1. ............................................ veroveren de stad snel.

2. ...................................................... lachen en schreeuwen.

3. De matrona prijst ........................................

Mandatum XVII

4. Het meisje zoekt ........................................................

5. Het bevalt ons ................................................

6. Het is de ................................................niet toegestaan te slapen.

Participiumwoordgroep

Alle woorden die in de bijzin van het participium komen.

Pueri per vias currentes rident et clamant.

Aquam claram e fonte fluentem bibere nos iuvat.

Militibus nocte arcem custodientibus dormire non licet.

Hoe vind je die?

1. Bepaal wat het participium is;

2. Bepaal bij welk zelfstandig naamwoord die hoort;

3. Alle woorden die ertussen staan en het participium zelf zijn samen je participiumwoordgroep!

Bepaal de participiumwoordgroep

Vercingetorix cladem maximam populi sui videns omnem spem victoriae amisit.

Thuis

Aan de slag met: mandatum XVIII, 1-4:

Noteer de participiumwoordgroep;

vertaal de zin

Wat vond Lucretius?

Van bezig zijn met de politiek? 

Vind je het overtuigend hoe Lucretius het beschrijft? En strookt het met de werkelijkheid?