DO 2 - les 6 en 7: "Evaluatie"

Les 6: evaluatie
Didactiek 2
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Didactisch ontwerpen 2Hoger onderwijs

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Les 6: evaluatie
Didactiek 2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Tijdens dit college
  1. Verschillende vraagvormen
  2. Richtlijnen vraagvormen
  3. Objectieve toets en essaytoets
  4. Evaluatievragen in werkboeken

Slide 3 - Slide

1. Verschillende vraagvormen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

1. Verschillende vraagvormen
Opdracht 5
Schrijf bij volgende voorbeeldvragen om welke vraagvorm het gaat. Maak gebruik van je cursus op pagina 28-29.
timer
15:00

Slide 6 - Slide

1. Vraagvormen
Opdracht 5 (verbetering)
  • Classificeervraag: de werkwoorden moeten geordend worden volgens het persoonlijkheidsdomein waarop ze betrekking hebben
  • Essay-vraag, niet – begrenzende open vraag:
       - leerling moet een langer antwoord schrijven
        - leerling is vrij in de aard en opbouw van zijn antwoord, ook de lengte van het antwoord is  niet begrensd
  • Tweekeuzevraag: er zijn twee antwoordmogelijkheden gegeven, waarvan de leerling er één moet aanduiden
  • Meerkeuzevragen (het correcte-antwoordtype)

Slide 7 - Slide

1. Vraagvormen
  • Kort antwoordvraag
  • Matchingvraag: de leerlingen moeten relaties leggen tussen chemische elementen en hun symbool
  • Essay-vraag, begrenzende open vraag:
    - leerling moet een langer antwoord schrijven
    - de antwoordvrijheid is begrensd: de lengte van het antwoord ligt vast (max. 50 woorden)  
  • Rangschikvraag: de leerlingen moeten de gegeven antwoorden in een bepaalde volgorde plaatsen (chronologisch)

Slide 8 - Slide

2. Richtlijnen vraagvormen
Algemene richtlijnen (p. 15)
  • eenvoudige taal
  • duidelijke instructies
  • geen letterlijke items uit het handboek
  • geen ongewenste aanwijzingen (indicatoren) in de toets


Slide 9 - Slide

2. Richtlijnen vraagvormen
Specifieke richtlijnen per vraagvorm (p. 16 - 23)
Opdracht p. 31
  • Bestudeer de toetsvragen
  • Vul in de titel aan om welke vraagvorm het gaat
  • Vergelijk telkens de twee vragen die naast elkaar staan: welke vraag is het best geformuleerd?
  • Formuleer o.b.v. deze vergelijking richtlijnen voor het formuleren van deze vraagvorm. Gebruik de cursus (pp. 16-23) om je argumentatie te onderbouwen.

Slide 10 - Slide

2. Richtlijnen vraagvormen
Specifieke richtlijnen per vraagvorm (p. 16 - 23)
  • Werkvorm: Jigsaw
  • Expertgroep:
       - 2 vraagvormen: 
a) 1+6         b) 2+4        c)  3+5 
       - 30 minuten
  • Nieuwe groepen
       - Uitwisseling expertise
       - 30 min

Slide 11 - Slide

3. Objectieve toetsen en essaytoetsen
Essaytoetsen: leerlingen zoeken zelf het antwoord en formuleren het in eigen woorden

versus

Objectieve toetsen: leerlingen kiezen tussen twee of meer alternatieven of geven zeer korte antwoorden

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

3. Objectieve toetsen en essaytoetsen
Opdracht 6 (p. 30)
Geef met een O of E in de tweede kolom aan of de uitspraken betrekking hebben op objectieve (O) of op essay-toetsen (E).
timer
10:00

Slide 14 - Slide

3. Objectieve toetsen en essaytoetsen
Opdracht 6 (p. 30)
  1. Essay-toets
  2. Objectieve toets
  3. Essay-toets
  4. Objectieve toets
  5. Essay-toets
  6. Objectieve toets
  7. Essay-toets
  8. Objectieve toets
  9. Objectieve toets
  10. Essay-toets

Slide 15 - Slide

4. Evaluatievragen in werkboeken
  • Open een werkboek/handboek van jouw onderwijsvak
  • Ga op zoek naar toetsvragen
  • Evalueer de toetsvragen kritisch
  • Voeg een afbeelding + bespreking toe aan de padlet
  • https://padlet.com/brendavandenberk/vraagvormen-mx3ma91xocslaa14

Slide 16 - Slide

Vooruitblik volgende les
  • Cursustekst hoofdstuk 6: Evaluatie doornemen.
  • Toets evaluatie maken

Slide 18 - Slide

Les 7: evaluatie
Didactiek 2

Slide 19 - Slide

Vraagvorm? Correcties nodig?
“De huidige president van de U.S.A. is….."

Slide 20 - Slide

Vraagvorm? Correcties nodig?
Parijs ligt aan de Seine. waar/niet waar

Slide 21 - Slide

Vraagvorm? Correcties nodig?

Slide 22 - Slide

Vraagvorm? Correcties nodig?

Slide 23 - Slide

Vraagvorm? Correcties nodig?
Hoe ontstond in 1302 de Guldensporenslag?

Slide 24 - Slide

Vraagvorm? Correcties nodig?

Slide 25 - Slide

Vraagvorm? Correcties nodig?
Welke gesloten vraagvorm is nog niet aan bod gekomen? 

Slide 26 - Slide

Tijdens dit college
  1. Bedoeling en functies van evaluatie
  2. Fasen van het evaluatieproces
  3. Toets opstellen

Slide 27 - Slide

1. Bedoeling en functies van evaluatie

Slide 28 - Slide

Wat is, volgens jou, een belangrijke reden om te EVALUEREN?

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Slide

DOEL: leerlingen opvolgen en begeleiden
DOEL: 
eind-
loopbaan- beslissingen nemen

Slide 33 - Slide

Uit de observaties van de verpleegstersstage van Margot blijkt dat zij niet in staat is om basale verpleegtechnieken toe te passen. De klassenraad beslist om Margot niet verder toe te laten tot de opleiding.
A
Formatieve evaluatie
B
Summatieve evaluatie

Slide 34 - Quiz

De leerkracht laat de leerlingen een toets maken over de geziene leerstof van wiskunde. Marc behaalt een onvoldoende (4/10). De leerkracht beslist om hem enkele remedieertaken te geven.
A
Formatieve evaluatie
B
Summatieve evaluatie

Slide 35 - Quiz

Doordenkertje

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

1. Bedoeling en functies van evaluatie
Opdracht 3 (p. 26)
Welke van de uitspraken hebben betrekking op 

  • formatieve evaluatie (f)
       -> Doel: leerlingen opvolgen en begeleiden

  • summatieve evaluatie (s)
       -> Doel: op het einde van een periode nagaan of leerdoelen werden bereikt  

Slide 38 - Slide

1. Bedoeling en functies van evaluatie
Opdracht 3 (p. 26) (verbetering)
  1. Formatief
  2. Summatief
  3. Formatief
  4. Summatief
  5. Summatief/formatief
  6. Formatief


Slide 39 - Slide

2. Fasen van het evaluatieproces
Opdracht 1 (p. 25)
Vul de vier evaluatiefasen aan.
Tracht te ze te onderscheiden in de voorbeelden.

Slide 40 - Slide

Fasen van het evaluatieproces

Slide 41 - Slide

2. Fasen van het evaluatieproces
Opdracht 2 (p. 25)
Classificeer de verschillende situaties in één van de vier evaluatiefasen.
timer
10:00

Slide 42 - Slide

2. Fasen van het evaluatieproces
Opdracht 2 (p. 25) (verbetering)
  1. Fase 3: beslissingen nemen
  2. Fase 2: het interpreteren van de bekomen informatie (normering)
  3. Fase 2: het interpreteren van de bekomen informatie
  4. Fase 1: het verzamelen van gegevens
  5. Fase 1: het verzamelen van gegevens
  6. Fase 3: beslissingen nemen
  7. Fase 3: beslissingen nemen
  8. Fase 2: het interpreteren van de bekomen informatie
  9. Fase 4: het rapporteren van de informatie
  10. Fase 1: het verzamelen van gegevens

Slide 43 - Slide

2. Fasen van het evaluatieproces
Opdracht 4 (p. 27 - EXTRA
Afhankelijk van de functie van de evaluatie zullen de evaluatiefasen anders worden ingevuld.

Slide 44 - Slide

3. Toets opstellen
Opdracht
Maak een herhalingstoets met 4 verschillende vraagvormen over een hoofdstuk van didactiek 2.
  • Vertrek vanuit de leerdoelen
  • Rekening houdend met algemene en specifieke richtlijnen (zie college 6)
  • Vraagvormen benoemen
  • Antwoordsleutel + puntenverdeling toevoegen
  • Layout

Word-bestand doorsturen via mail.
Hergebruikt in laatste college als deel van 'proefexamen'.


Slide 45 - Slide

Vooruitblik laatste les
Mentoraat: vragen voor het examen

Slide 46 - Slide