This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
LES 7:
"Evaluatie"
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Welke minder goede voorbeelden van evalueren ben je tegengekomen in je eigen schoolloopbaan?
Slide 3 - Open question
Evaluatie: overzicht
Bedoeling en functies van evaluatie
Fasen van het evaluatieproces
Het opstellen van schriftelijke toetsen/toetsvragen
Slide 4 - Slide
Waarom is evaluatie in het kader van onderwijs essentieel?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
DOEL: leerlingen opvolgen en begeleiden
DOEL: beslissingen nemen
Slide 7 - Slide
Functies van evaluatie
Slide 8 - Slide
Doordenkertje
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Quiztijd!
Welke functie heeft evaluatie in volgende voorbeelden?
Slide 11 - Slide
Uit de observaties van de verpleegstersstage van Margot blijkt dat zij niet in staat is om basale verpleegtechnieken toe te passen. De klassenraad beslist om Margot niet verder toe te laten tot de opleiding.
A
Formatieve evaluatie
B
Summatieve evaluatie
Slide 12 - Quiz
De leerkracht laat de leerlingen een toets maken over de geziene leerstof van wiskunde. Marc behaalt een onvoldoende (4/10). De leerkracht beslist om hem enkele remedieertaken te geven.
A
Formatieve evaluatie
B
Summatieve evaluatie
Slide 13 - Quiz
Nog oefenen?
Opdracht 3 (p. 245)
Welke vragen hebben betrekking op:
- Formatieve evaluatie (F)
- Summatieve evaluatie (S)
Slide 14 - Slide
Opdracht 3 (p. 245) - oplossingen
formatieve evaluatie (f)
summatieve evaluatie (s)
formatieve evaluatie (f)
summatieve evaluatie (s)
formatieve/summatieve evaluatie (f/s)
formatieve evaluatie (f)
Slide 15 - Slide
Fasen van het evaluatieproces
Slide 16 - Slide
Toepassing: Komen eten
Hoe verlopen de vier evaluatiefasen in 'Komen eten'?
Is dit een voorbeeld van formatieve of summatieve evaluatie?
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Opdracht 2 (pp. 244-245)
Classificeer de verschillende situaties in één van de vier evaluatiefasen.
timer
2:30
Slide 19 - Slide
Opdracht 2: correctiesleutel
Fase 3: beslissingen nemen
Fase 2: het interpreteren van de bekomen informatie (normering)
Fase 2: het interpreteren van de bekomen informatie
Fase 1: het verzamelen van gegevens
Fase 1: het verzamelen van gegevens
Fase 3: beslissingen nemen
Fase 3: beslissingen nemen
Fase 2: het interpreteren van de bekomen informatie
Fase 4: het rapporteren van de informatie
Fase 1: het verzamelen van gegevens
Slide 20 - Slide
Extra: opdracht 4 (p. 246)
Afhankelijk van de functie van de evaluatie zullen de evaluatiefasen anders worden ingevuld.
Slide 21 - Slide
Toetsvragen opstellen
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Opdracht 5 (p. 247)
Schrijf bij volgende voorbeeldvragen om welke vraagvorm het gaat. Maak gebruik van je cursus op pp. 222 - 225.
timer
5:00
Slide 24 - Slide
Opdracht 5: correctiesleutel (deel 1)
Classificeervraag: de werkwoorden moeten geordend worden volgens het persoonlijkheidsdomein waarop ze betrekking hebben
Essay-vraag, niet – begrenzende open vraag: - leerling moet een langer antwoord schrijven - leerling is vrij in de aard en opbouw van zijn antwoord, ook de lengte van het antwoord is niet begrensd
Tweekeuzevraag: er zijn twee antwoordmogelijkheden gegeven, waarvan de leerling er één moet aanduiden
Meerkeuzevragen (het correcte-antwoordtype)
Slide 25 - Slide
Opdracht 5: correctiesleutel (deel 2)
Kort antwoordvraag
Matchingvraag: de leerlingen moeten relaties leggen tussen chemische elementen en hun symbool
Essay-vraag, begrenzende open vraag: - leerling moet een langer antwoord schrijven - de antwoordvrijheid is begrensd: de lengte van het antwoord ligt vast (max. 50 woorden)
Rangschikvraag: de leerlingen moeten de gegeven antwoorden in een bepaalde volgorde plaatsen (chronologisch)
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Objectieve toetsen en essaytoetsen
Essaytoetsen: leerlingen zoeken zelf het antwoord en formuleren het in eigen woorden
versus
Objectieve toetsen: leerlingen kiezen tussen twee of meer alternatieven of geven zeer korte antwoorden
Slide 28 - Slide
Opdracht 6 (p. 249)
Geef met een O of E in de tweede kolom aan of de uitspraken betrekking hebben op objectieve (O) of op essay-toetsen (E).
timer
5:00
Slide 29 - Slide
Opdracht 6: correctiesleutel (deel 1)
Essay-toets
Objectieve toets
Essay-toets
Objectieve toets
Essay-toets
Objectieve toets
Essay-toets
Objectieve toets
Objectieve toets
Essay-toets
Slide 30 - Slide
Criteria voor het kiezen van vraagvormen
- Factoren die de keuze van de vraagvorm beïnvloeden:
de aard en het niveau van de doelstellingen
de manier waarop de resultaten van de taak zullen worden gebruikt
de beschikbare tijd voor constructie, afname, correctie en scoring van de vragen
de eigen bekwaamheden van de leerkracht
- Combinatie van objectieve en essayvragen
Slide 31 - Slide
Richtlijnen bij het opstellen van schriftelijke toetsvragen
Algemene richtlijnen: - eenvoudige taal - duidelijke instructies - geen letterlijke items uit het handboek - geen ongewenste aanwijzingen (indicatoren) in de toets
Slide 32 - Slide
Specifieke richtlijnen per vraagvorm:
opdracht p. 250 ev
Bestudeer de toetsvragen
Vul in de titel aan om welke vraagvorm het gaat
Vergelijk telkens de twee vragen die naast elkaar staan: welke vraag is het best geformuleerd?
Formuleer o.b.v. deze vergelijking richtlijnen voor het formuleren van deze vraagvorm. Gebruik de cursus (pp. 233-241) om je argumentatie te onderbouwen.
Slide 33 - Slide
Deeltaak 4: 'Evaluatie'
Slide 34 - Slide
Deeltaak 4: 'Evaluatie'
Slide 35 - Slide
Vooruitblik (D)
volgende les: maandag 4 mei 2020
werkcollege + vragensessie examentaak
https://zoom.us/j/968421167
to do: vragen inventariseren en mailen naar els.durt@thomasmore.be (ten laatste op vrijdag 1 mei)