This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Les 6: evaluatie
Didactiek 2
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Tijdens dit college
Herhaling vraagvormen
Richtlijnen vraagvormen
Objectieve toets en essaytoets
Evaluatievragen in werkboeken
Slide 3 - Slide
1. Herhaling vraagvormen
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
1. Herhaling vraagvormen
Opdracht 5
Schrijf bij volgende voorbeeldvragen om welke vraagvorm het gaat. Maak gebruik van je cursus op pagina 175 en 176
tip: de theorie vind je terug op p. 156-158 ipv p. 8-10.
timer
15:00
Slide 6 - Slide
1. Herhaling vraagvormen
Opdracht 5 (verbetering)
Classificeervraag: de werkwoorden moeten geordend worden volgens het persoonlijkheidsdomein waarop ze betrekking hebben
Essay-vraag, niet–begrenzende open vraag:
- leerling moet een langer antwoord schrijven - leerling is vrij in de aard en opbouw van zijn antwoord, ook de lengte van het antwoord is niet begrensd
Tweekeuzevraag: er zijn twee antwoordmogelijkheden gegeven, waarvan de leerling er één moet aanduiden
Meerkeuzevragen (het correcte-antwoordtype)
Slide 7 - Slide
1. Herhaling vraagvormen
Kort antwoordvraag
Matchingvraag: de leerlingen moeten relaties leggen tussen chemische elementen en hun symbool
Essay-vraag, begrenzende open vraag: - leerling moet een langer antwoord schrijven - de antwoordvrijheid is begrensd: de lengte van het antwoord ligt vast (max. 50 woorden)
Rangschikvraag: de leerlingen moeten de gegeven antwoorden in een bepaalde volgorde plaatsen (chronologisch)
Slide 8 - Slide
2. Richtlijnen vraagvormen
Algemene richtlijnen (p. 163)
eenvoudige taal
duidelijke instructies
geen letterlijke items uit het handboek
geen ongewenste aanwijzingen (indicatoren) in de toets
Slide 9 - Slide
2. Richtlijnen vraagvormen
Specifieke richtlijnen per vraagvorm (p. 164 - 170)
Opdracht p. 178
Bestudeer de toetsvragen
Vul in de titel aan om welke vraagvorm het gaat
Vergelijk telkens de twee vragen die naast elkaar staan: welke vraag is het best geformuleerd? Gebruik hiervoor de werkfiches (Canvas)
Formuleer o.b.v. deze vergelijking richtlijnen voor het formuleren van deze vraagvorm. Gebruik de cursus (pp. 164-170) of de werkfiches om je argumentatie te onderbouwen.
Slide 10 - Slide
2. Richtlijnen vraagvormen
Specifieke richtlijnen per vraagvorm (p. 164 - 170)
Werkvorm: Jigsaw
Expertgroep:
- 2 vraagvormen
- 30 minuten
Nieuwe groepen
- Uitwisseling expertise
- 30 min
Slide 11 - Slide
3. Objectieve toetsen en essaytoetsen
Essaytoetsen: leerlingen zoeken zelf het antwoord en formuleren het in eigen woorden
versus
Objectieve toetsen: leerlingen kiezen tussen twee of meer alternatieven of geven zeer korte antwoorden
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
3. Objectieve toetsen en essaytoetsen
Opdracht 6 (p. 177)
Geef met een O of E in de tweede kolom aan of de uitspraken betrekking hebben op objectieve (O) of op essay-toetsen (E).
timer
10:00
Slide 14 - Slide
3. Objectieve toetsen en essaytoetsen
Opdracht 6 (p. 177)
Essay-toets
Objectieve toets
Essay-toets
Objectieve toets
Essay-toets
Objectieve toets
Essay-toets
Objectieve toets
Objectieve toets
Essay-toets
Slide 15 - Slide
4. Evaluatievragen in werkboeken
Open een werkboek/handboek van jouw onderwijsvak
Ga op zoek naar toetsvragen
Evalueer de toetsvragen kritisch
Voeg een afbeelding + bespreking toe aan de padlet
Wat is, volgens jou, een belangrijke reden om te EVALUEREN?
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Slide
DOEL: leerlingen opvolgen en begeleiden
DOEL:
eindbeslissingen nemen
Slide 27 - Slide
Uit de observaties van de verpleegstersstage van Margot blijkt dat zij niet in staat is om basale verpleegtechnieken toe te passen. De klassenraad beslist om Margot niet verder toe te laten tot de opleiding.
A
Formatieve evaluatie
B
Summatieve evaluatie
Slide 28 - Quiz
De leerkracht laat de leerlingen een toets maken over de geziene leerstof van wiskunde. Marc behaalt een onvoldoende (4/10). De leerkracht beslist om hem enkele remedieertaken te geven.
A
Formatieve evaluatie
B
Summatieve evaluatie
Slide 29 - Quiz
Doordenkertje
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
1. Bedoeling en functies van evaluatie
Opdracht 3 (p. 173) Welke van de uitspraken hebben betrekking op
formatieve evaluatie (f)
-> Doel: leerlingen opvolgen en begeleiden
summatieve evaluatie (s)
-> Doel: op het einde van een periode nagaan of leerdoelen werden bereikt
Slide 32 - Slide
1. Bedoeling en functies van evaluatie
Opdracht 3 (p. 26) (verbetering)
Formatief
Summatief
Formatief
Summatief
Summatief/formatief
Formatief
Slide 33 - Slide
2. Fasen van het evaluatieproces
Opdracht 1 (p. 172)
geef elke fase een kleur
benoem elke fase (p. 152-153) onderaan de oefening
duid in beide voorbeelden aan waar je de fase herkent.
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Fasen van het evaluatieproces
Slide 36 - Slide
2. Fasen van het evaluatieproces
Opdracht 2 (p. 172-173)
Classificeer de verschillende situaties in één van de vier evaluatiefasen.
timer
10:00
Slide 37 - Slide
Fase 1: verzamelen van informatie
Fase 2: interpreteren van informatie
Fase 3: beslissing nemen
Fase 4: rapporteren
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 38 - Drag question
2. Fasen van het evaluatieproces
Opdracht 2 (p. 172-173) (verbetering)
beslissingen nemen (fase 3)
interpreteren van de bekomen informatie (normering) (fase 2)
interpreteren van de bekomen informatie (fase 2)
verzamelen van gegevens (fase 1)
verzamelen van gegevens (fase 1)
beslissingen nemen (fase 3)
beslissingen nemen (fase 3)
het interpreteren van de bekomen informatie (fase 2)
het rapporteren van de informatie (fase 4)
het verzamelen van gegevens (fase 1)
Slide 39 - Slide
2. Fasen van het evaluatieproces
Opdracht 4 (p. 27 - EXTRA)
Afhankelijk van de functie van de evaluatie zullen de evaluatiefasen anders worden ingevuld.
Slide 40 - Slide
3. Toets opstellen
Opdracht
Maak een herhalingstoets met 4 verschillende vraagvormen over een hoofdstuk van didactiek 2.
Vertrek vanuit de leerdoelen
Rekening houdend met algemene en specifieke richtlijnen (zie college 6)
Vraagvormen benoemen
Antwoordsleutel + puntenverdeling toevoegen
Layout
Word-bestand doorsturen via mail.
Hergebruikt in laatste college als deel van 'proefexamen'.