Hygiëne les 2

Leerjaar 2 periode 7 
Cursus Hygiëne
Les 2
1 / 36
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Leerjaar 2 periode 7 
Cursus Hygiëne
Les 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weten we nog van de vorige les?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Uit welke onderdelen bestaat een besmettingsroute?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Noem 5 manieren hoe een ziekteverwekker wordt uitgescheiden

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Op welke manieren kunnen ziekteverwekkers worden opgenomen?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Noem een voorbeeld van indirecte transmissie

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Welke maatregelen neem je voor je persoonlijke hygiëne in de DAP?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Handhygiëne; waarom draag je geen sierraden op de DAP?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen vandaag
Na de les kun je; 
  • Uitleggen wat het verschil is tussen reinigen, desinfecteren en steriliseren
  • Benoemen welke hulpmiddelen je kunt gebruiken bij reinigen en desinfecteren
  • Benoemen welke desinfectans je gebruikt in welke ruimte
  • De route van schoonmaken in de DAP beschrijven
  • Een reinigings- en desinfectieprotocol opstellen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke 3 stappen tijdens schoonmaken zijn er?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Reinigen
Het verwijderen van verontreinigingen: zichtbaar vuil en onzichtbaar organisch materiaal, om te voorkomen dat micro-organismen zich kunnen handhaven, vermeerderen of verspreiden.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Desinfecteren
Het doden van alle pathogene micro-organismen op een oppervlak of instrument, met uitzondering van sporen.


Doe dit alleen als het oppervlak in contact is geweest met bloed, lichaamsvocht of ander weefsel. Anders heb je kans op resistentievorming.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Steriliseren
Doden van alle pathogene en apathogene micro-organismen.

Niet dit! 
Maar dit!!

Slide 14 - Slide

Hier gaan we het volgende week uitgebreider over hebben. 
Welke verontreinigingen kom je in de DAP tegen?

Slide 15 - Mind map

Urine, ontlasting, braaksel, voerresten, bloed, weefsel (na OK bijv. testikels), speeksel, pus, parasieten
Waarom reinigen?
  • Voorkomen besmetting MO's door 90% te verwijderen
  • Schone omgeving is veiliger
  • Verwachting klant
  • Zodat desinfecteren en steriliseren makkelijker wordt en beter verloopt
  • Bescherming van materialen (slijtage en roest)

Slide 16 - Slide

Het hoofddoel is om besmettingen te voorkomen. Met reinigen verwijder je al 90% van de aanwezige MO's . Uiteraard wil je een schone omgeving omdat dit veiliger is voor iedereen, patienten, eigenaren maar ook zeker voor ons zelf, de klant heeft de verwachting dat het bij een DAP schoon en hygiënisch is net zoals bij een ziekenhuis. 
Daarnaast het heel belangrijk om dit als eerste stap te doen zodat de volgende processen als desinfecteren en steriliseren beter verlopen. Als er een laag vuil op MO's zit dient dit als het ware als een harnas, en is het voor middelen  moeilijker om zijn werk te doen. Daarnaast kunnen middelen reageren met het aanwezige vuil en daarmee hun werking verliezen. 
Voor de bescherming van materialen is het ook goed om te reinigen, denk aan een schaar waar vuil tussen zit die werkt niet goed en slijt sneller. Als je instrumenten niet reinigt van bloedresten en wel steriliseert zal er roest opkomen. 
Gebruiken we warm of koud water tijdens het reinigen?
A
Warm
B
Koud
C
Allebei

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Water als reinigingsmiddel
Belangrijkste middel voor reinigen!
  • Warm water voor; vetten

  • Koud water voor; eiwitten

Wat nou als je vetten en eiwitten wilt reinigen?
  • Eerst koud en dan warm

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Zeep
Hydro= water
fiel= houden van
foob= bang zijn voor
Proteins= eiwitten
Lipid membrane= vetlaagje

Slide 19 - Slide

Werking zeep toelichten. 
Hoeveel zeep in water?
Vaak wordt vloeibare zeep gebruikt (afwasmiddel, allesreiniger)

De concentratie= hoeveel zeep gebruik je bij hoeveel water, 
is erg belangrijk! Staat altijd op de verpakking. 
Te weinig> niet goed gereinigd
Te veel> schadelijk voor milieu, opstapeling zeepresten, duur

Slide 20 - Slide

Dit is een heel erg belangrijke en ik verwacht ook dat je hier in je IO protocollen rekening mee houdt. Zoek dit per middel goed uit. Ook gebruik je het in warm of koud water? 
Welke middelen? 
Professioneel of niet? Kan allebei. 
Professionele middelen vaak meer basisch/alkalisch (pH> 11)
  • beter in oplossen vetten en eiwitten (bloed, ontlasting, voer)
  • Sterker en agressiever in werking


Urine, kalkaanslag of roest verwijderen? 
  • Kies dan een zuurder reinigingsmiddel
Geen middelen mengen!! Zeepfout

Slide 21 - Slide

Bekijk de etiketten en voorschriften goed! hier gaan we het met ARBO ook nog over hebben maar bij sommige middelen moet je echt beschermende kleding gebruiken. 
Ook de inwerkingstijd is een belangrijke om op te zoeken zodat je weet hoe lang je iets moet laten inwerken voordat het de MO's heeft gedood. 

Zeepfout; werkingen heffen elkaar op. 
Welke hulpmiddelen voor reinigen ken je?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Hulpmiddelen reinigen
De bezems, borstels, dweilen, emmers etc. zijn na gebruik indirect besmet en een infectiebron. 

Reinig, desinfecteer of vervang deze optijd. 

Kies je juiste materiaal; kunststof slijt sneller waardoor het ruw wordt, rvs slijt minder en is gladder. 

Slide 23 - Slide

Tip: zorg er ook voor dat je deze reinigingen opneemt in je protocollen. Hoe warm was je dweilen? minimaal 60 graden, liever warmer. 
Een wasmand is ook zo'n bron van besmetting die moeten worden schoon gemaakt. Zakken van stofzuigers leeg maken. Is er een schrob machine? Die reservaten zijn vaak ook een bron van infecties. 
Wanneer en hoe vaak reinigen?
Hoe sneller na verontreiniging hoe beter. 
Gebruik van schoonmaakschema's of dag lijsten. 

Route reinigen; 
Van schoonste ruimte (OK) naar minst schone ruimte (kantine). 
Deze route houdt je ook per ruimte aan. 
Bijv. OK; begin bij wanden en eindig bij de tafel

Slide 24 - Slide

Toelichting daglijst en schoonmaak lijsten mediscent. Lijkt overdreven maar heel erg nodig. 

Route schoonmaken toelichten. Voorbeeld OK en WC; waar begin je?
Drogen na reinigen
Zorg ervoor dat je na de natte reiniging (water en zeep) het oppervlak weer droogt. 

Natte omgeving vinden MO's prettig om te groeien!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Nat reinigen
Droog reinigen
Droog maken
Stofzuiger, swiffer, stoffer en blik
Dweil, microvezeldoek, emmer
Theedoek, handdoek

Slide 26 - Drag question

Testen of deze type vraag het doet
Waarom desinfecteren?
  • Overige +/- 10% MO's bestrijden
  • Doden van (voorwaardelijke) pathogen en apathogen MO's  
  • Niet altijd maar desinfecteren i.v.m. resistentie
  • Bijv. thermometers, opnamehokken, operatie tafel

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Werking desinfectiemiddelen
Vaak chemische middelen; in water opgeloste stof die MO's dood

  • Tasten de wand van MO's aan die bestaan uit eiwitten.
  • Gevolg is dat er geen stofwisseling meer kan plaatsvinden dus gaan de MO's dood. 
  • Werken vooral bij actieve MO's 
  • Bij virussen wordt ook de eiwitmantel aangetast en dat dood het virus

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Werken alle desinfectiemiddelen tegen alle MO's?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Je hebt zo genoemde specifieke middelen die tegen specifieke MO's werken. Ook zijn er breed spectra middelen. 
Etiket desinfectansia
Werkingsspectrum Hexaquart pure
  • Bactericide (inclusief MRSA)
  • Fungicide
  • Beperkt virucide (inclusief HBV, HCV, HIV)
  • Effectief tegen polyoma- en norovirussen

Goedgekeurde middelen hebben een REG NL-nummer

Slide 30 - Slide

Gaan we met ARBO verder op in. 
Werken met desinfectantia
Waar moet je opletten?
  • Hoeveelheid verontreiniging > voorkom eiwitfout
  • Welke MO's?
  • Concentratie
  • Temperatuur
  • Inwerkingstijd
  • Drogen

Slide 31 - Slide

Een eiwitfout wil zeggen dat de besmettingsgraad van de PMO zo groot is dat de
werkzaamheid van het desinfectans te klein is om de PMO te vernietigen. Dit kun je
op twee manieren voorkomen.
– Voordat je begint met het schoonmaken van tafels en vloeren haal je eerst grote
plekken bloed, pus of vruchtwater weg. Het desinfectans kan daarna veel beter
zijn werk doen (net zoals je eerst het zand uit de snee in je hand spoelt).
– Ververs het desinfectans voldoende vaak


Welke middelen?
Geschikt voor ?
Werkt tegen de volgende micro-organismen:
Waar te gebruiken in de dierenartsenpraktijk?
Alcholen
Bijv. sterillium
Klein oppervlaktes,
groot niet vanwege brandbaarheid

Onbeschadigde huid
Bacteriën
Behandeltafel
Thermometer 
Opnamehokken
Deurklinken
Handdesinfectie
Jodoferen=
jodium gemengd met zeepachtige stoffen 
Bijv. Betadine scrub/ oplossing
Om dieren te wassen, minimaal 2 minuten om het werkzame jodium vrij te laten komen.

Bacteriën schimmels, virussen en gisten

Voorbereiding OK Spoelen wonden

Chloor
Bijv. chloor tabletten
Grote oppervlaktes
Bacteriën  en virussen
Opnamehokken
Vloeren
Chloorhexidine
Bijv. Hibiscrub
Kan verdunt 0.05% gebruikt worden om de huid of wonden te desinfecteren
Bacteriën en gisten

Desinfectie handen chirurg
Desinfectie operatie gebied

Slide 32 - Slide

Meest gebruikte middelen in de praktijk. 
Welke manieren zijn er naast chemische desinfectie?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Desinfectie met warmte en straling

Slide 34 - Slide

Brander kan op bepaalde oppervlakten worden gebruikt maar dit is minimaal. Uitkijken bij hout etc. 

UV-lamp zuivert de lucht, maar moet lang aanstaan 2 uur, en dringt niet door materialen heen, ook mag het niet op de huid of ogen komen. Dus niet ideaal. 
Les opdracht
Maak de lesopdrachten die bij les 2 horen. Staan in cumlaude.
Verzamel je antwoorden bij de lesopdrachten van les 1. 

Rond deze lesopdrachten af voor de volgende les. 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Volgende les
Steriliseren en autoclaveren

Slide 36 - Slide

This item has no instructions