This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke organen passeert dit broodje voor het in het toillet belandt?
Slide 2 - Slide
Het verteringsstelsel
Slide 3 - Slide
het verteringskanaal is een opening van kop tot kont!
Slide 4 - Slide
Het darmkanaal
Het grootste deel van je verteringsstelsel bestaat uit darmen: - Slokdarm - Twaalfvingerige darm - Dikke darm - Dunne darm - Endeldarm
Slide 5 - Slide
slokdarm, maag,darmen
• spieren hiervan persen het voedsel door je verteringsstelsel
• twee soorten spieren: - kringspieren - lengtespieren
Slide 6 - Slide
Darmperistaltiek
- Voedsel van mond naar maag brengen - Kan ook andersom (bijv. als je ziek bent...) - Hierbij wordt voedsel en speeksel goed gemengd - Van de maag wordt door de peristaltiek het voedsel verder richting anus gevoerd
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Dit hoef je niet te verteren:
• Sommige stoffen kunnen direct opgenomen worden in het bloed, bijv. • glucose • mineralen • vitamines • water • De moleculen hiervan zijn klein genoeg om door de darmwand te gaan
Slide 9 - Slide
Deze stoffen moet je wel verteren
• Suiker • Zetmeel • Vet • Eiwit
• De moleculen zijn te groot om door de darmwand te gaan en moeten eerst kleiner worden gemaakt. Dit noem je vertering.
Slide 10 - Slide
Verteringsklieren
Verteringsklieren maken verteringssappen Speekselklieren -> speeksel Maagsapklieren -> maagsap Lever -> gal Alvleesklier -> alvleessap Darmsapklieren -> darmsap
Slide 11 - Slide
enzymen
In veel verteringssappen zitten enzymen. Dit zijn stofjes die de moleculen kunnen 'knippen' in kleinere stukjes.