2D en 2C Online 31 maart 3.2 4.2 5.2 lezen

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hallo 2D en 2C,
Omdat ik jullie nog niet zo goed ken, wil ik eerst graag van jullie weten welke toetsstof je al goed kent en wat we nog verder moeten oefenen voor de toets op 13 april. Daarom heb ik wat quizvragen voor jullie gemaakt.
Vrijdag gaan we dan verder met de stof in het boek (hs 5).
Veel plezier en tot snel in de klas!

Slide 2 - Slide

  • Lezen in je leesboek
  • Toets 13 april, welke stof?
  • Wat weet je al?
    oefenvragen hs 3.2 en 4.2

Slide 3 - Slide

timer
12:00
Pak je leesboek, zet de timer aan en ga lekker lezen.

Slide 4 - Slide

De toets op 13 april gaat over:
  • tekstsoorten: betogende tekst/activerende tekst
  • leesstrategie: kritisch lezen
  • tekstverbanden: oorzaak/gevolg, middel/doel, voorw.
  • verwijswoorden
  • argumenteren
  • samenvatten
3.2 Lezen, blz. 104 - 109
4.2 Lezen, blz. 148 - 153
5.2 Lezen, blz. 190 - 195

Slide 5 - Slide

Probeer in je eigen woorden op te schrijven wat er in een betogende tekst staat.

Slide 6 - Open question

Feit of mening?
Sporten is gezond.
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quiz

Feit of mening?
Ik vind het raar om leraren met 'u' aan te spreken.
A
feit
B
mening

Slide 8 - Quiz

Wat voor tekstverband staat in de volgende zin?
Ik heb geen lunch meer, want ik heb al mijn brood al opgegeten.

A
chronologisch
B
oorzaak/gevolg
C
opsommend
D
vergelijkend

Slide 9 - Quiz

Wat is het signaalwoord in de volgende zin?
Het is slecht weer, hierdoor gaat het openluchtconcert niet door.

Slide 10 - Open question

Wat is het signaalwoord in de volgende zin?
Er kwamen nogal wat mensen te laat, zodat we niet op tijd konden vertrekken.

Slide 11 - Open question

Welke zin bevat een controleerbaar feit?
A
Als je melk lang genoeg schudt, krijg je boter
B
Op forums op internet lees je voornamelijk flauwekul en scheldpartijen
C
Hij draagt elke dag een lelijk wit T-shirt met blauwe strepen
D
Hij is niet te vertrouwen, dat is nu eenmaal mijn mening

Slide 12 - Quiz

Welke zin bevat een argument?
A
Klassieke muziek is saai, dat vinden mijn ouders ook.
B
Ik ga liever naar Spanje, want ik houd van dat land.
C
Franse popmuziek kan in niet verstaan, daarom luister ik er niet naar.
D
Ikblijf liever in Nederland, ik heb een hekel aan verre reizen.

Slide 13 - Quiz

Kunnen in een betogende tekst feiten voorkomen?
A
Ja, maar het is niet echt nodig
B
Nee, want een feit is geen mening
C
Ja, feitelijke argumenten zijn sterker dan niet-feitelijke argumenten
D
Nee, want in een betoog staan alleen argumenten

Slide 14 - Quiz

Noem 4 synoniemen van 'mening'

Slide 15 - Open question

Welke vijf leesstrategieën waren er ook alweer?

Slide 16 - Open question

Wat hoort niet bij beeld en opmaak van een tekst?
A
lettergrootte
B
lettertype
C
inhoud
D
verdeling van de tekst

Slide 17 - Quiz

Wat is geen activerende tekst?
A
advertentie
B
pamflet
C
pop-up
D
ingezonden brief

Slide 18 - Quiz

Welk ander tekstdoel hoort bij een activerende tekst?
A
informatief
B
amuserend
C
overtuigend

Slide 19 - Quiz

 Huiswerk voor vrijdag 2 april
Neem je leesboek mee!

Slide 20 - Slide

Stel je vragen in Teams!

Slide 21 - Slide


Tot de volgend keer!

Slide 22 - Slide