VWO HC 3.1. China en het Modern imperialisme

3.1. China
3.1. Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht (1842-1911)?
1 / 35
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

3.1. China
3.1. Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht (1842-1911)?

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Herhaling vorige les  
  • Uitleg HC 3.1.   
  • Oefenvragen HC 3.1.

Slide 2 - Slide

Uit welke 3 fases bestaat een politieke revolutie? Leg alle drie kort uit.

Slide 3 - Open question

Wat was het voornaamste doel van het Congres van Wenen en hoe wilden zij dit bereiken?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Waarom is 1848 een belangrijk politiek jaar geweest voor Nederland?
A
Eerste grondwet van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
B
invoeren algemeen kiesrecht
C
aanpassing grondwet; Grondwet van Thorbecke
D
afscheiding van België

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste aanpassingen van de grondwetswijziging van 1917 (ook wel de pacificatie van 1917 genoemd)

Slide 7 - Open question

3.1. China
3.1. Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht (1842-1911)?

Slide 8 - Slide

kenmerkende aspecten HC 3.1.
33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
34 De opkomst van emancipatiebewegingen
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
44 Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
(Let op: dit kenmerkend aspect uit tijdvak 9 is hier gekoppeld aan tijdvak 8)

Slide 9 - Slide

Keizerrijk China kende een lange geschiedenis met dynastieën die het rijk bestuurden

Slide 10 - Slide

Qing dynastie 1644-1912

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Hoe konden de Chinese keizers gebruikmaken van de leer van het Confucianisme?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Macht van de keizer (Qing-dynastie)
neemt af in de 19e eeuw:

  1. Interne problematiek; economisch; hongersnoden als gevolg van sterke bevolkingsgroei (malthusiaanse spanningen), politiek; corruptie van ambtenaren (Mandarijnen) --> opstanden om religieuze en sociaal-economische redenen..... verliest de Qing-dynastie het Mandaat vd Hemel..?
  2. Externe problematiek; Modern Imperialisme; druk van buitenlandse mogendheden (m.n. GB, FR, Rusland, Japan, VS) 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Welke motieven zijn:

Sociaal cultureel:
Economisch:
Politiek:
Godsdienstig:
macht
christendom verspreiden
grondstoffen
Verspreiding westerse cultuur
afzetmarkt

Slide 17 - Drag question

China is hierin een uitzondering:
Europese landen probeerden handelsverdragen te sluiten met de Chinese keizers. Maar zij hadden weinig interesse in de 'barbaarse' westerse handelswaar (vanuit het sinocentrisme Chinees superioriteitsgevoel)

oplossing: 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Gevolgen van deze 'Ongelijke Verdragen': 
Rusland, Frankrijk, de VS en Japan volgden GB op en vergrootten hun invloed in China met gedwongen verdragen met extraterritorialiteit--> onafhankelijke gebieden van de buitenlandse mogendheden in steden zoals Shanghai en Hongkong in het zuidoosten en oosten en nemen ook steeds meer overheidstaken zoals importheffingen over. (Verdrag van Nanking 1842)

          Incident op schip in Kanton: Tweede Opiumoorlog
weer verloren door China; buitenlanders kregen nu bewegingsvrijheid in heel China, schadevergoeding en opiumhandel weer legaal ( verdrag van Tianjin 1858 en  Conventie van Peking 1860)
                                 Eindstand: Chinese regering verloor zeggenschap over grondgebied en liep 
                                                         inkomsten mis uit economische centra

Slide 20 - Slide

Hoe reageerde de Chinese bevolking op deze ontwikkelingen in het midden vd 19e eeuw?
(Lees eventueel blz 306)

Slide 21 - Open question

Twee grote volksopstanden als gevolg van falende centrale gezag en buitenlandse inmenging:

1. Taipingopstand (1850-1864). Onder leiding van Hong Xuiquan, boerenopstand; met een revolutie de ideeën van Hong doorvoeren; elementen uit het Christendom en nationalisme. (oa. bezit eerlijk verdelen, tegen Qing-dynastie en buitenlandse mogendheden) 
Oprichting 'Het Hemelse Koninkrijk van de Volmaakte Vrede' 




2. Nianopstand.( 1851-1868) Opstand als gevolg van armoede en hongersnood door overstroming Gele rivier; opstand van boeren tegen grootgrondbezitters (warlords) en ambtenaren. 'Dood de rijken, help de armen'.

Slide 22 - Slide

Leg uit wat de boodschap is van deze tekenaar en wat dit te maken heeft met het Modern Imperialisme:

Slide 23 - Slide

Leg uit wat de boodschap is van deze tekenaar en wat dit te maken heeft met het Modern Imperialisme:

Slide 24 - Open question

Hoe kan China tegen de macht van het buitenland ingaan en de eigen bevolking tevreden houden?:

MODERNISEREN

Ontstaan zelfversterkingsbeweging:
nastreven industrialisatie; technische én militaire modernisering naar Westers en Japans model. Fabrieken, infrastructuur en telegrafie
 

Slide 25 - Slide

Politieke hoofddoelen Zelfversterkingsbeweging:

  • Eeuwenoude bestuurspraktijken geleidelijk afschaffen of moderniseren, waaronder staking rigide ambtenarenexamens (te strenge selectie, waardoor sneller corruptie)
  • Er werd begonnen met het opstellen van een grondwet. 

Slide 26 - Slide

Reactie op de  modernisering:

Voorstanders: hervormingsgezinden Mandarijnen en de Zelfversterkingsbeweging

Tegenstanders: Cixi de keizerin-weduwe, 
conservatieven en de Noord-Chinese 
rebellenbeweging die de Boksers genoemd werden. 

Dit liep uit op de Bokseropstand:

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Het keizerlijke bestuur verloor steeds meer steun van de bevolking en het landsbestuur functioneerde niet langer.  Daarbovenop de onvrede over de strafmaatregelen van de buitenlandse mogendheden als gevolg van de Bokseropstand


Ideale omstandigheden voor een revolutie (Xinhai-revolutie in 1911) onder leiding van Generaal Yuan Shikai plaats die een einde maakte aan het keizerrijk China.

            Republiek China met 1e president: Sun Yat-sen (gauw staatsgreep door Yuan Shikai)

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

maken oefenvragen HC 3.1.

Slide 31 - Slide

KA 33: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie

Waarom in verband met de industrialisatie?

Slide 32 - Open question

Welke interne problemen zorgden ervoor dat de macht vd Qing-dynastie afnam?

Slide 33 - Open question

Wat is de aanleiding geweest vd opiumoorlogen?

Slide 34 - Open question

Slide 35 - Video