This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 35 min
Items in this lesson
Nederlands
Leesvaardigheid
13 december 2021
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Onderdeel leesvaardigheid: tekst lezen en vragen beantwoorden
Tekst: 'Waarom het verzetten van de klok ons tijdelijk minder productief maakt’
Slide 2 - Slide
Onderdeel leesvaardigheid
Lees de tekst ‘Waarom het verzetten van de klok ons tijdelijk minder productief maakt’ op de volgende bladzijdes en beantwoord de vragen.
Slide 3 - Slide
Globaal lezen
Als je een tekst krijgt waarbij je vragen moet beantwoorden, ga je als volgt te werk:
- je begint met oriënterend lezen; je leest de titel, de eerste alinea en bekijkt de tussenkopjes en afbeeldingen.
- Bekijk of je op basis hiervan iets kunt zeggen over het schrijfdoel, het onderwerp en de hoofdgedachte.
Slide 4 - Slide
timer
1:30
Slide 5 - Slide
Intensief lezen
Lees vervolgens de tekst intensief. Dat betekent dat je de tekst helemaal aandachtig doorleest.
- Omcirkel hierbij verbindingswoorden;
- Onderstreep de kernzin van elke alinea;
- Zet functiewoorden in de kantlijn.
Slide 6 - Slide
timer
4:00
Slide 7 - Slide
Vraag 1
Welke alinea’s horen bij de inleiding, welke bij de kern en welke bij het slot?
Slide 8 - Slide
1. Welke alinea’s horen bij de inleiding, welke bij de kern en welke bij het slot?
Slide 9 - Open question
Vraag 2
Hoe probeert de schrijver jou nieuwsgierig te maken in de inleiding?
Slide 10 - Slide
2. Hoe probeert de schrijver jou nieuwsgierig te maken in de inleiding?
Slide 11 - Open question
Vraag 3
Wat voor gevolgen heeft het vooruitzetten van de klok op de korte termijn voor mensen?
Slide 12 - Slide
3. Wat voor gevolgen heeft het vooruitzetten van de klok op de korte termijn voor mensen?
Slide 13 - Open question
Vraag 4
En wat voor gevolgen kan het vooruitzetten van de klok op langer termijn hebben?
Slide 14 - Slide
4. En wat voor gevolgen kan het vooruitzetten van de klok op langer termijn hebben?
Slide 15 - Open question
Vraag 5
Wat is ‘een sociale jetlag’?
Slide 16 - Slide
5. Wat is ‘een sociale jetlag’?
Slide 17 - Open question
Vraag 6
Waarom zouden avondmensen meer last hebben van sociale jetlags na het vooruitzetten van de klok dan ochtendmensen?
Slide 18 - Slide
6. Waarom zouden avondmensen meer last hebben van sociale jetlags na het vooruitzetten van de klok dan ochtendmensen?
Slide 19 - Open question
Vraag 7
Wat voor soort slot heeft de tekst?
Slide 20 - Slide
7. Wat voor soort slot heeft de tekst?
Slide 21 - Open question
Vraag 8
Noteer alle functiewoorden die je kan vinden en benoem de alinea waarin je ze hebt gevonden.
Slide 22 - Slide
8. Noteer alle functiewoorden die je kan vinden en benoem de alinea waarin je ze hebt gevonden.
Slide 23 - Open question
Vraag 9
Kies één alinea waar nu geen functiewoord in staat en bedenk een functiewoord dat erbij past. Herschrijf (een deel van) jouw gekozen alinea en gebruik daarbij het door jou bedachte functiewoord.
Laten we eens naar alinea 7 kijken... Kun je dit zelf ook bedenken?
Slide 24 - Slide
9. Kies één alinea waar nu geen functiewoord in staat en bedenk een functiewoord dat erbij past. Herschrijf (een deel van) jouw gekozen alinea en gebruik daarbij het door jou bedachte functiewoord.
Slide 25 - Open question
Vraag 10
Waarom is ‘oplossingen’ geen functiewoord in de laatste zin van alinea 7?
Slide 26 - Slide
10. Waarom is ‘oplossingen’ geen functiewoord in de laatste zin van alinea 7?