Je hebt de volgende vergelijkingen:
- meer dan = plus ... que
- evenveel als = aussi ... que
- minder dan = moins ... que
Dus:
* Ik ben groter dan mijn broertje = Je suis plus grand que mon petit frère
* Ik ben even slim als mijn zus = Je suis aussi intelligent que ma soeur
* Ik ben minder zwaar dan mijn vader = Je suis moins lourd que mon père