This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
4M Scheikunde CE voorbereiding 6
Slide 1 - Slide
Doel van de les
Deze les heb je hoofdstuk 5 herhaald
Slide 2 - Slide
Ion
Galaden atoom Positief ion = atoom verliest een elektron.
Slide 3 - Slide
Oefenen
Geef aan of de weergegeven stoffen ionen, atomen, elementen, moleculen of verbindingen zijn door kruisjes te zetten in de juiste vakjes
Atoom
Element
Molecuul
Verbinding
H2O
K
N2
C
Slide 4 - Slide
Oefenen
Geef aan of de weergegeven stoffen ionen, atomen, elementen, moleculen of verbindingen zijn door kruisjes te zetten in de juiste vakjes
Ion
Atoom
Element
Molecuul
Verbinding
NaCl
x
x
K+
x
x
H2
x
x
C
x
x
Slide 5 - Slide
Wat is de formule van het ion sulfaat?
Slide 6 - Open question
Let op! Je zegt dan Na⁺ (aq) en Cl⁻ (aq) en niet NaCl (aq)
Slide 7 - Slide
ZOUTEN
MOLECULAIRE STOFFEN
Zout
Moleculaire stof
Natriumjodide
CuO
NH3
Methaan (CH4)
KF
NaCl
Slide 8 - Drag question
Slide 9 - Slide
Maak het zout kloppend. In welke verhouding zitten aluminium en chloor in een zout?
Slide 10 - Open question
Wat is de molecuuformule van ijzer(III)oxide?
Slide 11 - Open question
Bereken het massapercentage koolstof in IJzer(III)carbonaat. Let op! maak eerst het zout kloppend
Slide 12 - Open question
Bekijk de tabel in BINAS
Slide 13 - Slide
Lossen deze zouten goed op in water?
Ja
Nee
PbI2
KNO3
NaCl
MgSO4
SnOH
Slide 14 - Drag question
Welk ion geeft nooit een neerslagreactie?
A
Chloride
B
Nitraat
C
Jodide
D
Sulfaat
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Noteer de neerslagreactie tussen magnesiumnitraat en Natriumhydrooxide.
Slide 18 - Open question
Noteer de neerslagreactie tussen Calciumchloride en Ammoniumfosfaat. Benoem ook de formules van de tribuneionen
Slide 19 - Open question
Loodnitraat en natriumjodide geeft een neerslagreactie. Stel eerst de neerslagreactie op met toestanden en bepaal daarna hoeveel gram loodionen je nodig hebt om 10 gram van het neergeslagen zout te krijgen
Slide 20 - Open question
Zouten herkennen
Als je niet weet met welk zout je te maken hebt dan kun je de volgende herkenningspunten gebruiken:
Kijk naar de kleur. Koper = blauw, ijzer = bruin bijv.
Metaalionen kunnen ook een vlam verkleuren (Binas).
Kijk naar verschil in oplosbaarheid.
Gebruik een neerslagreactie om onderscheid te maken.
Slide 21 - Slide
De aanwezigheid van welk ion kleurt een zout blauw?