Herhaling Het restaurant (woordenschat)

1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Het restaurant

Slide 2 - Slide

Wij zijn de gasten.
1 gast               2 gasten

Slide 3 - Slide

de gasten

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

De serveerster                      De ober    

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De menukaart

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De bestelling

De ober neemt de bestelling op.

"Heeft u een keuze kunnen maken?"

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Het voorgerecht

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Het hoofdgerecht

Slide 14 - Slide

Het desert

Slide 15 - Slide

Het nagerecht 

Het desert

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

De rekening   
"Mag ik de rekening?"
"Kan ik afrekenen?"

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

De rekening betalen
contant
pinnen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

De fooi     

Slide 22 - Slide

Werken in een restaurant
de kok
in de keuken

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

De afwasser

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

de serveerster
de ober

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Tafel dekken

Slide 29 - Slide

Het tafellaken  

Slide 30 - Slide

Het servies   

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Het bestek     
de vork
het mes
de lepel

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

De servet

Slide 35 - Slide

Wat doet de ober?

Slide 36 - Slide

De ober schenkt de drank in
wijn
water

Slide 37 - Slide

Wat doet de ober? 

Slide 38 - Slide

Serveren  
De ober serveert het gerecht

Slide 39 - Slide

Dit is:
A
Het bestek
B
De servet
C
De menukaart
D
De tafellaken

Slide 40 - Quiz

Dit is:
A
Het bestek
B
Het tafellaken
C
De servet
D
Het servies

Slide 41 - Quiz

de ober
de serveerster
de afwasser
de kok
het bestek
de rekening

Slide 42 - Drag question

serveren
de fooi
de gasten
het voorgerecht
inschenken
de servet
de salade
het servies

Slide 43 - Drag question

Goed gedaan!

Slide 44 - Slide