Herhaling voor de toets, TH2 H3

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herhalen voor de toets

Je gaat in deze lessonup zelf een aantal dingen herhalen voor de toets. Je maakt steeds de oefenopgave en kijkt daarna gelijk zelf na of je dit goed hebt gedaan. Deze 6 opgaven samen is een complete oefentoets van H3.

Na elke oefenopgave komt er een filmpje, deze kun je kijken als je de opgave niet begreep.

Opgave 1:Oplossen met grafieken

Het bedrag dat José verdient met haar bijbaantje is te berekenen met de formule B = 5 + 2,50t. Hierbij is t de tijd in uren dat José heeft gewerkt, B is het bedrag dat zij heeft verdiend.

a) Neem de tabel over en vul deze verder in: 

b) teken de grafiek bij deze tabel

c) Na hoeveel uur werken heeft José 22,50 euro verdiend? Los op met de grafiek

t	0	4	8
Bedrag

Nakijken opgave 1

Het bedrag dat José verdient met haar bijbaantje is te berekenen met de formule B = 5 + 2,50t

a) 

b) x (zie filmpje op volgende slide)

c) Na 8 uur werken

t	0	4	8
Bedrag	5	12,50	22,50

Opgave 2: oplossen met 2 grafieken

De lengtes van twee kaarsen kun je berekenen met de formules: 

Rood: lengte = 25 - 5t

Groen: Lengte = 40-10t

Hierbij is t de tijd in uren dat een kaars brandt.

a) Neem de tabel twee keer over en vul deze voor beide kaarsen in:

b) teken de grafieken bij de formules

c) Na hoeveel uur zijn de kaarsen even

lang? Los op met de grafieken.

d) Na hoeveel uur is de groene kaars helemaal opgebrand?

t	0	2	4
lengte

Nakijken opgave 2

Rood: lengte = 25 - 5t

Groen: Lengte = 40-10t

a) zie tabellen

b) x (zie volgende filmpje als je twijfelt)

c) Snijpunt aflezen --> na 3 uur branden

d) Na 4 uur is hij op

t	0	2	4
lengte	25	15	5

t	0	2	4
lengte	40	20	0

Opgave 3: oplossen met inklemmen

Mike heeft een bijbaantje. Het bedrag dat hij verdient is te berekenen met de formule Bedrag = 12,50 + 4,25a. Hierbij is a het aantal uren dat hij heeft gewerkt. 

Bereken met behulp van inklemmen hoeveel uur Mike moet werken voordat hij 63,50 heeft verdiend.

Nakijken opgave 3

Bedrag = 12,50 + 4,25a

12,50 + 4,25a	63,50
20	87,50	te veel
10	55,00	te weinig
11	59,25	te weinig
12	63,50	klopt!

Opgave 4: balansmethode

Los op: 

A) -5x - 3 = -18

B) -x - 19 = -33

C) 20x - 8 = 6x + 48

Opgave 4 nakijken

Los op: 

A) x = 3

B) x = 16

C) x = 4

Opgave 5: formule opstellen

In de grafiek hiernaast kun je de 

lengte van een blauwe kaars aflezen

na een bepaald aantal uren branden. 

a) Stel de formule op bij de grafiek, gebruik hierbij de l voor lengte en de t voor de brandtijd in uren

b) Na hoeveel uur is de lengte van de kaars precies 13 cm? Bereken dit door een vergelijking op te lossen.

Opgave 5 nakijken

. 

a) L = -2t + 25

b) -2t + 25 = 13. Oplossen geeft t = 6

Dus na 6 uur.

Opgave 6: som- en verschilgrafiek

A) Teken in het assenstelsel van opgave 2 de verschilgrafiek van Rood - Groen

Opgave 6 nakijken

Zie paarse lijn