Je krijgt € 30 korting op een jas van € 125. Hoeveel % korting heb je gekregen?
Slide 14 - Open question
Wat is een begroting?
A
overzicht van inkomsten en uitgaven
B
uitgaven die regelmatig terugkeren
C
uitgaven voor boodschappen
D
Uitgaven die je niet zo vaak doet
Slide 15 - Quiz
Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Uitgaven die je met regelmaat moet betalen
Uitgaven die je niet vaak en niet met regelmaat doet
Dagelijkse uitgaven
Slide 16 - Drag question
Dionne werkt bij de Albert Heijn en ontvangt maandelijks een salaris van € 750.
Wat verdient Dionne per week?
Slide 17 - Open question
Inkomen uit arbeid
Inkomen uit bezit
Overdrachtsinkomen
Slide 18 - Drag question
Inkomen uit arbeid
overdrachtsinkomen
Inkomen uit bezit
Slide 19 - Drag question
€ 44 per maand = € ... per week?
Slide 20 - Open question
Vraag 20: (2 ptn - T2) Tim wil een nieuwe mountainbike van € 1.170 kopen. Hij heeft € 300,- op zijn spaarrekening. Hoeveel moet Tim per maand reserveren om over anderhalf jaar deze fiets te kunnen kopen? Berekening erbij.
Slide 21 - Open question
Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld je hebt.
B
De hoeveelheid producten en diensten die je kunt kopen.
C
De hoeveelheid goederen die je kunt kopen.
D
Hoeveel euro's je kunt uitgeven.
Slide 22 - Quiz
Een zonnebril kostte eerst €23,25 Nu kost hij €26,85 Wat is de prijsstijging in %? (1 decimaal)