Naamwoordelijk gezegde: Het onderwerp is iets. Het heeft een eigenschap.
Let op: Een naamwoordelijk gezegde heeft
nooit een
lijdend voorwerp.Hoe noteer je het naamwoordelijk gezegde.
1. Het koppelwerkwoord: Koppelt het onderwerp aan de eigenschap. Een vorm van zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen. Het koppelwerkwoord is vaak de persoonsvorm. Die noteer je ook!
2. Het naamwoordelijk deel: De eigenschap. Wat is het onderwerp van de zin? Het naamwoordelijk deel is een bijvoeglijk naamwoord.
3. Alle andere werkwoorden: Dit kan ook een koppelwerkwoord zijn.