Samenvattende opdracht Mens en milieu

Wat gaan we doen?
Bespreken samenvattende opdracht mens en milieu

Minitoetsje online


1 / 28
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
Bespreken samenvattende opdracht mens en milieu

Minitoetsje online


Slide 1 - Slide

Milieu
vraag 1
zuurstof
grondstoffen
voedsel
recreatie
energie 
water

Slide 2 - Slide

milieuproblemen
Vraag 2
Gevolgen van het intensieve gebruik van de aarde;

Uitputting
Vervuiling
Aantasting
Overbevolking

Slide 3 - Slide

Luchtvervuiling
vraag 3
Smog
luchtvervuiling door rook en uitlaatgassen.
Smoke + fog = smog

Slide 4 - Slide

Soorten landbouw
vraag 4
Door het klimaat is Europa geschikt voor landbouw. Er zijn verschillende soorten landbouw.

akkerbouw                      veeteelt                                 tuinbouw

Slide 5 - Slide

Mest 
Vraag 5
Er bestaan twee soorten mest, kunstmest en stalmest. Stalmest is afkomstig van vee, kunstmest is gemaakt door de mens. 

In kunstmest weet je precies hoeveel mineralen er in zitten. Bij stalmest weet je dat niet

Slide 6 - Slide

Resistentie vraag 6
Alleen KB

Slide 7 - Slide

Wat vul je nu in bij vraag 6 (kB)
Tijdens het gebruik van bestrijdingsmiddelen overleven de resistente insecten, deze planten zich weer voort.
Daarna heb je alleen nog maar resistente insecten
en dus werkt je bestrijdingsmiddel niet meer.

Slide 8 - Slide

monocultuur
vraag 7 KB - vraag 6 BB
Monocultuur = een groot stuk grond met 1 soort gewas

Voordeel: Gemakkelijk te oogsten en goedkoop

Nadeel: Gevoelig voor plagen

Slide 9 - Slide

Pesticiden
vraag 7 BB
Nadelen van bestrijdingsmiddelen zijn;

1. Andere (nuttige) diertjes gaan ook dood.
2. Komt in de voedselketen terecht (dieren met gif eten elkaar op)

Slide 10 - Slide

Biologische  Landbouw 
Vraag 8 
Vruchtwisseling
Natuurlijke bestrijding
Meer ruimte voor dieren (scharrelen)
Minimaal medicatie

Nadelen
Weinig opbrengst en duurder

Slide 11 - Slide

intensieve veehouderij
vraag 9
Voordelen
- veel opbrengt 
- prijs is laag voor consumenten

Nadelen
- dieren welzijn niet ok
- ziektes verspreiden snel
- mestoverschot

Slide 12 - Slide

Fossiele brandstoffen 
vraag 10

Slide 13 - Slide

Duurzame energie
(vraag 11)
Duurzame energie: energie die geen milieuvervuiling veroorzaakt en waarbij de bron niet opraakt. 

Biomassa
Windmolens
Zonnepanelen
Waterkracht

Slide 14 - Slide

Broeikaseffect
vraag 12
De ozonlaag is de luchtlaag om de aarde

In de laag zitten 3 gassen
- zuurstof
- stikstof
- koolstofdioxide 

Slide 15 - Slide

broeikaseffect
vraag 12
Koolstofdioxide komt vrij bij verbranding van fossiele brandstoffen.

Vooral de elektriciteitscentrales, verkeer en industrie produceren veel koolstofdioxide

Slide 16 - Slide

Broeikaseffect
vraag 12
Meer koolstofdioxide betekent dat het broeikaseffect toeneemt.

Waardoor het warmer wordt op aarde.

Extremer weer, stijging zeespiegel en extreme droogte of overstromingen tot gevolg

Slide 17 - Slide

Biologisch afbreekbaar afval - Vraag 13
Biologisch afbreekbaar betekent dat het kan worden afgebroken door de natuur (door de reducenten).

Voorbeeld GFT- afval of papier


Slide 18 - Slide

Niet biologisch afval
vraag 13
Afval wat geen biologische oorsprong heeft.

plastic
glas
metaal 
sommige textielsoorten
KCA

Slide 19 - Slide

Afvalverwerking
vraag 14
recyclen
van afval wordt nieuwe grondstoffen gemaakt, vb. oud papier --> wc papier

Composteren 
GFT afval wordt afgebroken door reducenten tot compostgrond

Slide 20 - Slide

Afvalvewerking
vraag 14
Verbranden
Restafval wat niet kan worden hergebruikt wordt verbrand - warmte wordt energie voor elektriciteitscentrales

Storten
Restafval wordt gestort op vuilnisbelten

Slide 21 - Slide

Stoffen aan het milieu toevoegen, die niet thuishoren in dat milieu, noem je....
A
vervuiling
B
aantasting
C
uitputting

Slide 22 - Quiz

Door het broeikaseffect ...
A
... wordt er warmte van de zon vastgehouden op aarde.
B
... verdwijnt er warmte van de zon op aarde.

Slide 23 - Quiz

Wat is het broeikaseffect?
A
Het opwarmen van de aarde
B
De negatieve gevolgen van het opwarmen van de aarde
C
Het vasthouden van warmtestraling
D
Het hoger worden van de concentratie broeikasgassen

Slide 24 - Quiz

Mali heeft een monocultuur. Wat is het kenmerk van een monocultuur
A
De export brengt maar weinig geld op
B
De export is extra gevoelig voor prijsschommelingen
C
De import is extra gevoelig voor prijsschommelingen
D
De import kost veel geld

Slide 25 - Quiz

Bij biologische landbouw .......dan bij intensieve landbouw.
A
is de opbrengst hoger
B
is de opbrengst lager

Slide 26 - Quiz

Afval dat door bacteriën en schimmels kan worden afgebroken, is ..........afval.
A
biologisch afbreekbaar afval
B
niet biologisch afbreekbaar afval

Slide 27 - Quiz


Wat is smog?
A
luchtvervuiling met fijnstof
B
lucht met weinig zuurstof
C
een benauwdheidsaanval
D
bloedpropje in de longhaarvaten

Slide 28 - Quiz