Les 5 Bloedvatenstelstel

2 minuten voordat de les begint

  • telefoon weg tot toestemming
  • boeken/agenda op tafel.
  • Blz. 164 boek. 
  • stilte
timer
2:00
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2 minuten voordat de les begint

  • telefoon weg tot toestemming
  • boeken/agenda op tafel.
  • Blz. 164 boek. 
  • stilte
timer
2:00

Slide 1 - Slide

LET OP!
Proefwerk thema 3 (blz. 132 t/m 178) is :
Donderdag 16 januari
2A: 2de lesuur
2D: 1ste lesuur

Slide 2 - Slide

Even herhalen

Slide 3 - Slide

rechterboezem
1
linkerkamer
2
Hartkleppen
3
hartkleppen
3
harttussenwand
5

Slide 4 - Slide

longslagader
1
aorta
2
bovenste holle ader
2a
onderste holle ader
2b
longader
1a

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

kransslagader - aanvoer zuurstof en voedingsstoffen

kransader-afvoer van CO2 en afvalstoffen

Slide 8 - Slide

Doel van de les
  • Je kunt de belangrijkste bloedvaten van het bloedvatenstelsel noemen. 
  • Je kunt aangeven hoe welke bloedvaten zuurstofrijk en zuurstofarm bloed bevatten

Slide 9 - Slide

bloedvaten

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Bloedvatenstelsel
  • Hoe herkennen we slagaders?
  • en aders?
  • Veel organen hebben ook slagaders/aders want ze hebben veel bloed nodig 

Slide 13 - Slide

Bloedvatenstelsel
  • Elk orgaan krijgt bloed via een slagader
  • Er gaat ook zuurstofarm bloed weer weg via een ader
  • De namen hiervan zijn vanzelfsprekend
  • De poortader is wat anders..

Slide 14 - Slide

Bloedvatenstelsel
  • Elk orgaan krijgt bloed via een slagader
  • Er gaat ook zuurstofarm bloed weer weg via een ader
  • De namen hiervan zijn vanzelfsprekend
  • De poortader is wat anders..

Slide 15 - Slide

De lever
  • De lever heeft een slagader en een ader
  • Er zit nog een ader vast aan de lever, de poortader
  • De poortader komt van het darmkanaal af (dunne/dikke darm en maag)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

    Aan het (huis)werk
Lesstof thema 3.5 lezen
opdrachten 28, 29 en 30 maken (blz 165 t/m 167)
Voor volgende les moet dit af zijn. Noteer dit nu in je agenda. 

timer
10:00

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Nu mogen jullie de telefoon pakken. 
timer
0:30

Slide 21 - Slide

Test jezelf

Ga naar Lesson Up en wacht op de klascode.....

Slide 22 - Slide

Hoe krijgen de nieren
zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten

Slide 23 - Quiz

Waardoor verdwijnt het bloed
vanuit je arm?
A
Door de armader
B
Door de poortader
C
Door de armslagader
D
Door onderste holle ader

Slide 24 - Quiz

nierader
leverslagader
halsader
leverader
halsslagader
nierslagader

Slide 25 - Drag question


nr 1 en nr 3
A
1. holle ader 3: maagslagader
B
1. aorta 3: leverslagader
C
1. aorta 3: maagader
D
1. holle ader 3: leverader

Slide 26 - Quiz


nr 9 en nr 11
A
9. dunne darmader 11: holle ader
B
9. poortader 11: holle ader
C
1. poortader 2: leverader
D
1. leverslagader 2: poortader

Slide 27 - Quiz

Welk bloedvat is een uitzondering
op de naamgeving?
A
Armslagader
B
Nierslagader
C
Poortader
D
Beenader

Slide 28 - Quiz

Drie bloedvaten zijn de leverader, de leverslagader en de poortader.
In welk bloedvat of in welke bloedvaten is het bloed zuurstofrijk?
A
Alleen in de leverslagader
B
In de leverader en in de poortader
C
In de leverslagader en de poortader
D
In geen van allen

Slide 29 - Quiz

De voedingsstoffen die in de dunne darm worden opgenomen, komen eerst terecht in de:
A
leverader
B
poortader
C
leverslagader
D
onderste holle ader

Slide 30 - Quiz

Welke slagader vervoert
zuurstofarm bloed?
A
Aorta
B
Longslagader
C
Hoofdslagader
D
Kransslagader

Slide 31 - Quiz

Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 32 - Quiz

Hoe noemen we de grootste lichaamsslagader?
A
longslagader
B
aorta
C
holle ader
D
longader

Slide 33 - Quiz

Wat vind jij van deze manier van les krijgen?
A
Leuk
B
Ik vond het eerst leuker, nu is er niks aan
C
Beter dan eerst, maar niet echt leuk
D
Verschrikkelijk

Slide 34 - Quiz

Telefoons weg!

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video