Chapitre 2: oh, c'est bon!

Chapitre 2 : Oh, c'est bon 
1 / 54
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Chapitre 2 : Oh, c'est bon 

Slide 1 - Slide

programme d'aujourd'hui
A: Ecouter : ex: 4 , 5, 6, 7  
Leerdoelen: 
  • Aan het eind van deze paragraaf kun je een gesprek over uit eten gaan begrijpen, 
  • ken je woorden die te maken hebben met eten en drinken 
  •  weet je hoe je mannelijke en vrouwelijke woorden makkelijker leert.

Slide 2 - Slide

Voc. A

Slide 3 - Slide

Vocabulaire et phrases  A (FN-NF) et exercices  d'écoute
- Wij gaan eerst de woorden en zinnen van A samen doornemen. Het is belangrijk dat je de woorden hardop zegt.
-  Wij maken ex. 5 samen , daarna werk je zelfstandig met ex. 6 en 7en 8

Slide 4 - Slide

Instructies opdrachten 
Weet je het nog? Voor de instructies van de opdrachten , kijk altijd op vlz. 6 in je boek.
  • - Ecoute: luister
  • - Lis: lees
  • - Choisis: kies 
  • - Travaille: werk
  • - Complète: maak af
  • - Réponds: beantwoordt
  • - cherche: zoek  

Slide 5 - Slide

Zelfstandig werken
- Maak opdr. 6,7 ( 7 mn) eerst in stlite daarna 7c en 8 samen (5mn)
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Les devoirs
- Leer de woorden en zinnen van A (FN-NF) 

Slide 7 - Slide

Bonjour la classe 2MA

Slide 8 - Slide

Le programme d'aujourd'hui 27 octobre
  1. Voc. A + zinnen doornemen ( hardop nazeggen).
  2. Quiz maken
  3. Voc. B +zinnen doornemen samen ( hardop nazeggen) . 
  4. Bron B(lire):  Maken of afmaken: ex. 9 t/m 12 + nakijken 

Slide 9 - Slide

Voc. A

Slide 10 - Slide

Choisis le bon mot:

Je prends / je mange un thé
A
Je prends
B
Je mange

Slide 11 - Quiz


A

Slide 12 - Quiz

Choisis le bon mot:
J'aime la crêpe , mais / quoi je déteste la pizza
A
quoi
B
mais

Slide 13 - Quiz

Je veux (wil) manger / préférer un chocolat.
A
manger
B
préférer

Slide 14 - Quiz

Hoe vertaal je "alstublieft "in het Frans ?
A
mais
B
s'il vous plaît

Slide 15 - Quiz

Vertaal:
dol op zijn

Slide 16 - Open question

vertaal:
houden van

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Mind map

vertaal:
ik ben dol op cola!

Slide 19 - Open question

voc.+ zinnen B

Slide 20 - Slide

B: Lire 
Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kun je een Whatsapp-gesprek over koken begrijpen, ken je woorden die te maken hebben met eten en drinken en weet je hoe je het onderwerp van een tekst kunt vinden.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Zelfstandig werken
- Maak  of maak af opdr. t/m 12  ( 7 mn in stilte ) 3 mn overleggen + nakijken  
 - Opdr.  11 c samen  (5mn)
- Werk zelfstandig met slim stampen in je methode met de woorden en zinnen van A en B .
timer
7:00

Slide 23 - Slide

Le programme d'aujourd'hui
  • Overhoring vocabulaire et phrases clés B
  • Nakijken 
  •  Phrases- clés C : 13 et 14 

Slide 24 - Slide

voc.+ zinnen B

Slide 25 - Slide

ex. 11 c: 
Travaille avec ta classe: dessine!
 - Eén leerling begint. Deze leerling kiest een woord uit de Arrêt B op blz. 90.
- Hij of zij tekent het op het bord.
- De andere leerlingen uit de klas raden welk Franse woord er getekend is.
- Degene die het woord als eerste raadt, mag het volgende woord kiezen en tekenen.

Slide 26 - Slide

 C'est quoi ? 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Phrases-clés 
  • Oefenen met de spreekopdrachten  13 et 14.

Slide 37 - Slide

Jeu de rôle:
- Vraag om de kaart

Slide 38 - Open question

la pizza Torino. ( vraag wat dat is)

Slide 39 - Open question

La crèpe Gallo( vraag wat dat is)

Slide 40 - Open question

Bestel een gerecht en een dranke van de menukaart

Slide 41 - Open question

Voillà en wens de ander smakelijk eten

Slide 42 - Open question

Geef de kaart en zeg alstublieft

Slide 43 - Open question

Les devoirs
- Leer de woorden en zinnen van A en B (FN-NF) 
 En oefen met slim stampen

Slide 44 - Slide

Le programme d'aujourd'hui
  • Overhoring vocabulaire E en F 
  • Phrases-clés G
  • Les nombres ( getallen ) t/m 60
  • Samen oefen met de spreekopdrachten 

Slide 45 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
- Iets kopen.
- Ken je de getallen t/m 60
- Weet je hoe je de c en ç uitspreekt.

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Video

trente-cinq
quarante-quatre
vingt-neuf
trente-neuf
vingt-deux
quarante et un

Slide 50 - Drag question

Zet de getallen in de juiste volgorde van klein naar groot : 
sept
dix-sept
seize
trente-quatre
quarante-trois
soixante-deux
soixante-six
soixante-dix
cinquante-six

Slide 51 - Drag question

50
A
quarante-dix
B
cincante
C
cinquant
D
cinquante

Slide 52 - Quiz

45
A
cinquante-quatre
B
cinquant quatre
C
quarante-cinq
D
cinq-quarante

Slide 53 - Quiz

G Phrases-clés 
- uitspraak c en ç 
- Oefenen met : 27, 28,29 

Slide 54 - Slide