1.1 Zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden

1.1 Zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden
Taalblokken 2F
Grammatica
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1.1 Zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden
Taalblokken 2F
Grammatica

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van de les kun je...
  • Het verschil tussen zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden uitleggen
  • In zinnen de zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden markeren
  • Het werkwoordelijk gezegde in zinnen herkennen
  • De functie van hulpwerkwoorden in zinnen begrijpen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn werkwoorden?
  • Werkwoord drukt actie of toestand uit, het is een 'doe-woord'
  • Zelfstandig werkwoord vormt kern van gezegde
  • Hulpwerkwoord heeft ondersteunende rol

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Het onderscheid tussen zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden
  • Zelfstandig werkwoord vs. hulpwerkwoord 
  • ZWW als persoonsvorm, infinitief of voltooid deelwoord

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van zelfstandige werkwoorden
  • Persoonsvorm: 'Ik loop'
  • Infinitief: 'lopen'
  • Voltooid deelwoord: 'gelopen'

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vul de persoonsvorm, infinitief en voltooid deelwoord in van 'slapen'

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Vul de persoonsvorm, infinitief en voltooid deelwoord in van 'eten'

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm van 'kijken'?
A
kijken
B
kijk
C
gekeken

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het infinitief van 'plakken'?
A
plakken
B
plak
C
geplakt

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voltooid deelwoord van 'krijgen'?
A
krijg
B
gekregen
C
krijgen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Lijst en functie van de meest voorkomende hulpwerkwoorden
  • Voorbeelden: hebben, zijn, worden, zullen, gaan, willen, kunnen, moeten, mogen.
  • Ondersteunen het zelfstandig werkwoord.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Structuur van het werkwoordelijk gezegde
  • Enkelvoudige en samengestelde zinnen
  • 'Ik kan (hww) niet geloven (zww) wat hij heeft (hww) gedaan (zww)!'
  • Combinatie van zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Definitielijst
  • Werkwoord: woord dat actie of toestand uitdrukt, een 'doe-woord'
  • Zelfstandig werkwoord: kern van gezegde
  • Hulpwerkwoord: ondersteunt zelfstandig werkwoord
  • Werkwoordelijk gezegde: combinatie van werkwoorden in zin

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.