What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Wat moet je kennen/ kunnen H4 taalverzorging 2kg
Wat je moet kennen/ kunnen H4 taalverzorging
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat je moet kennen/ kunnen H4 taalverzorging
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
lezen
lessonup taalverzorging
zinsontleding werkblad
Slide 2 - Slide
Waaruit bestaat het so?
Deel 1: meewerkend voorwerp + zinsontleding
Deel 2: verwijswoorden
Deel 3: verkleinwoorden
Slide 3 - Slide
Hoe kan je leren?
Bekijk nog eens de theorie filmpjes van H4 taalverzorging
Bekijk de opdrachten. Hoe heb je die gemaakt?
Extra oefenen in de methode of op cambiumned
Slide 4 - Slide
Zinsontleding
Welke zinsdelen moet je kennen?
- pv + gezegde
- onderwerp
- lijdend voorwerp
-
meewerkend voorwerp
Slide 5 - Slide
pv + gezegde
pv = belangrijkste werkwoord uit de zin
Hoe vind ik de persoonsvorm?
Gezegde = alle werkwoorden uit de zin
, dus ook de pv!
Slide 6 - Slide
Het hele team wil liever bowlen dan naar een escaperoom gaan.
Wat is de persoonsvorm?
A
het hele team
B
wil
C
bowlen
D
gaan
Slide 7 - Quiz
De klanten willen sneller geholpen worden in de Jumbo.
Wat is het gezegde?
A
De klanten
B
willen
C
willen sneller geholpen
D
willen geholpen worden
Slide 8 - Quiz
Onderwerp
Onderwerp = om wie of wat de zin gaat
Onderwerp vinden: wie of wat + persoonsvorm?
Hij koopt een lamp.
Wie of wat koopt? Hij
Slide 9 - Slide
De roze tas staat al een week in de gang.
Wat is het onderwerp
A
tas
B
staat in de gang
C
De roze tas
D
staat
Slide 10 - Quiz
Lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp vinden: wat + gezegde + onderwerp?
Ik ga voor mijn zus een aardbeientaart bakken.
Wat ga ik bakken? een aardbeientaart
Slide 11 - Slide
Die armband heb ik gekocht in Barcelona.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Die armband
B
heb gekocht
C
ik
D
in Barcelona
Slide 12 - Quiz
Meewerkend voorwerp
Meewerkend voorwerp = aan wie of voor wie iets is
Meewerkend voorwerp vinden:
Aan/voor wie + gezegde +onderwerp + lijdend voorwerp?
Voor mijn oma koop ik elke week een bosje bloemen.
Voor wie koop ik een bosje bloemen? Voor mijn oma
Slide 13 - Slide
De politie gaf mij een bekeuring voor fietsen zonder licht.
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
De politie
B
gaf een bekeuring
C
mij
D
voor fietsen zonder licht
Slide 14 - Quiz
Ik geef mijn zus even haar oorbellen terug.
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
ik
B
mijn zus
C
geef terug
D
haar oorbellen
Slide 15 - Quiz
Verwijswoorden
mijn
bezit
mij
persoon
jouw
bezit
jou
persoon
Slide 16 - Slide
Ik zag gisteren ...... zus.
A
jou
B
mij
C
jouw
Slide 17 - Quiz
Die tas is van ......
A
mijn
B
jou
C
jouw
D
mij
Slide 18 - Quiz
Verkleinwoorden
bloem
bloempje
stoel
stoeltje
ring
ringetje
bel
belletje
paraplu
parapluutje
Slide 19 - Slide
Wat is het verkleinwoord van afbeelding?
A
afbeeldingje
B
afbeeldinkje
C
afbeeldingetje
D
afbeeldingtje
Slide 20 - Quiz
Wat is het verkleinwoord van portemonnee?
A
portemoneetje
B
portemonneeje
C
portemonneetje
D
portemonnee
Slide 21 - Quiz
Wat ga je doen?
Maken werkblad zinsontleding
Slide 22 - Slide
More lessons like this
Zinsontleding
November 2022
- Lesson with
14 slides
L17 Zinsdelen
March 2024
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
2-3 hf 4 tv verkleinwoorden
March 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2B Herhaling 5.7 Grammatica en 5.8 Spelling
May 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2C 3 juni Taalverzorging herhaling H4
June 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2,3
Zinsdelen: persoonsvorm, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling
September 2022
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
L17 Zinsdelen
April 2024
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12