Les 2 H10 paragraaf 2&3

Les 2 H10 
paragraaf 2 & 3
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 2 H10 
paragraaf 2 & 3

Slide 1 - Slide

Plattegrond
Achterin





Docent
Aytug
Adrians
Mike
Karolina
Teun
Lukas
Jesse
Zoë
Luuk
Sabrina
Mert
Shalisha
Thomas
Esmenur
Dennis
Fleur
Peter
Elias
Fen
Mia
Lorijn
Cheveyo
Noah
Aya
Xavi

Slide 2 - Slide

Leg je huiswerk open. 

Slide 3 - Slide

Op een voorwerp van 1 kg werkt de zwaartekracht.
Hoe groot is de zwaartekracht?
A
0,1 N
B
0,981 N
C
10 N
D
9,81 N

Slide 4 - Quiz

Zwaartekracht
Veerkracht
Spankracht

Slide 5 - Drag question

Zwaartekracht
Normaalkracht
Gewicht

Slide 6 - Drag question

Zwaartekracht
Wrijvingskracht
Spierkracht
Veerkracht

Slide 7 - Drag question

Een lift hangt aan een kabel. De kabel oefent spankracht uit op de lift. 
Ook werkt de zwaartekracht op de lift. 

Sleep de juiste bewering in het juiste vak.
zwaartekracht is 
groter dan 
spankracht
zwaartekracht is 
kleiner dan 
spankracht
zwaartekracht is 
gelijk aan  
spankracht
Een lift beweegt omhoog, de snelheid neemt toe.
Een lift beweegt omhoog, de snelheid blijft gelijk.
Een lift beweegt omhoog, de snelheid neemt af.

Slide 8 - Drag question

Een iPhone heeft een massa van 157 gram. Bereken de zwaartekracht.

Slide 9 - Open question

Leerdoelen paragraaf 10.2
  • Je begrijpt in welke situatie er druk of trekkrachten werken.
  • Je weet van een aantal materialen of ze goed tegen druk of trekkrachten kunnen.

Slide 10 - Slide

demo trek- en duwkracht

Slide 11 - Slide

10.2 Krachten in constructies
Trekkrachten:
  • krachten die materiaal uitrekken
Drukkrachten:
  • krachten die materiaal indrukken



materiaal
trek-kracht
duw-kracht
Toepassing
baksteen
beton
hout
staal

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

aan de slag
Lezen paragraaf 10.2
Maken opdracht 1,2, 5 en 7
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Met welke twee hulpmiddelen kun je zowel trek- als drukkrachten overbrengen?
A
touwen
B
balken
C
stangen
D
kettingen

Slide 15 - Quiz

De constructie hiernaast gebruik ik om een
lamp op te hangen.
Welke kracht(en) ondervindt balk A?
A
Drukkracht
B
Trekkracht
C
Beiden

Slide 16 - Quiz

De constructie hiernaast gebruik ik om een
lamp op te hangen.
Welke kracht(en) ondervindt balk C?
A
Drukkracht
B
Trekkracht
C
Beiden

Slide 17 - Quiz

Geef van alle drie de onderdelen van de brug aan of hier trekkrachten, duwkrachten of allebei plaatsvinden.
Pilaar
kabels
Wegdek
Trekkrachten
Duwkrachten
allebei

Slide 18 - Drag question

Wat is de resulterende kracht?
A
100 N
B
60 N
C
40 N
D
0 N

Slide 19 - Quiz

Wat is de resulterende kracht
A
Versnelt 175N
B
Vertraagd 175N
C
Vertraagd 125
D
Constant

Slide 20 - Quiz

Wat is de resulterende kracht?
A
290 N links
B
290 N rechts
C
50 N rechts
D
50 N links

Slide 21 - Quiz

Julian wil een kracht ontbinden in twee componenten. In welke tekening heeft hij de kracht op de juiste wijze in twee componenten ontbonden?
A
Tekening A
B
Tekening B
C
Tekening C
D
Tekening D

Slide 22 - Quiz

Leerdoelen paragraaf 10.3
  • Je begrijpt wat een resulterende kracht is.
  • Je weet in welke situatie de resulterende kracht 0 is. 
  • Je weet hoe je de resulterende kracht bepaald.


Slide 23 - Slide

Nogmaals krachten samenstellen

Slide 24 - Slide

Krachten samenstellen

Slide 25 - Slide

Krachten samenstellen

Slide 26 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 3,7 en 8
Begin met opdracht 7
In je boek, met potlood en geodriehoek.
timer
15:00

Slide 27 - Slide