zinsopbouw

• Studievaardigheden
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

zinsopbouw

Hoofdzin en bijzin

Ik heb gehoord, dat Maria een auto heeft gekocht.

a. hoofdzin, hoofdzin

b. bijzin, hoofdzin

c. hoofdzin, bijzin

d. bijzin, bijzin

Wat is hoofdzin, wat bijzin?

Wie aan mijn vriendje zit, zal ik een waarschuwing geven.

1. BZ + HZ
2. HZ + HZ
3. HZ + BZ
4. BZ + BZ

Wat is hoofdzin, wat bijzin?

Ze hebben allemaal hetzelfde kapsel waardoor je ze amper kunt onderscheiden.

1. BZ + HZ
2. HZ + HZ
3. HZ + BZ
4. BZ + BZ

Ik zie twee muizen, als ik goed kijk.

Hoofdzin en bijzin?

1. hz + hz
2. hz + bz
3. bz + bz
4. bz + hz

Wat is hoofdzin, wat bijzin?

Hij zei dat hij vanmiddag ging tennissen.

1. BZ + HZ
2. HZ + HZ
3. HZ + BZ
4. BZ + BZ

Hoofdzin of bijzin?

'Ik ga morgen naar de kapper.'

1. Hoofdzin
2. Bijzin

Het onderwerp (ik) staat naast de persoonsvorm (ga).

Wat is hoofdzin, wat bijzin?

Het is ongelooflijk, maar zij heeft dat echt tegen mij gezegd.

1. BZ + HZ
2. HZ + HZ
3. HZ + BZ
4. BZ + BZ

Hoofdzin of bijzin?
‘(1)Ilse kan niet pinnen, (2) omdat haar saldo te laag is.’

1. 1 = hoofdzin, 2 = bijzin
2. 1 = bijzin, 2 = hoofdzin
3. 1 en 2 zijn allebei hoofdzinnen
4. 1 en 2 zijn allebei bijzinnen

Hoofdzin of bijzin?
Klein Duimpje verdwaalde niet, want hij had kruimels achtergelaten.
want hij had kruimels achtergelaten =

1. hoofdzin
2. bijzin

Hoofdzin of bijzin?

'... als ik mijn pianoles kan afzeggen.'

1. Hoofdzin
2. Bijzin

Het onderwerp (ik) staat niet naast de persoonsvorm (kan).

Hoofdzin of bijzin? Mijn moeder huilde tranen met tuiten, omdat mijn broertje een inbraak had gepleegd.

1. HZ + BZ
2. BZ + BZ
3. HZ + HZ
4. BZ + HZ

Samengestelde zin 

Hoofdzin + bijzin
Bijzin + hoofdzin 
Hoofdzin + hoofdzin 


NOOIT: BIJZIN + BIJZIN