Taal thema 1 week 1 les 2

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Taal thema 1 week 1 les 2

Geef een voorbeeld van een voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord

Ik herken een voltooid deelwoord aan:

-begint meestal met  - ge - (gelopen)

- er staat een hulpwerkwoord in de zin

hebben, zijn, worden of een vorm hiervan

Wat is het voltooid deelwoord in onderstaande zin?
Jesse heeft met Sven gespeeld.

Wat is het voltooid deelwoord in onderstaande zin?
Sophie en Meis hebben eten gekookt.

Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord

Hoe herken ik een bijvoeglijk naamwoord?

- eindigt meestal op een - e -  (rode, lieve, leuke, mooie)

- het zegt iets van een zelfstandig naamwoord

Wat is in onderstaande zin het bijvoeglijk naamwoord?
Het gemene egeltje stal alle blaadjes.

Wat is in onderstaande zin het bijvoeglijk naamwoord?
Hij heeft rode hek geschilderd.

Hoe maken we nu van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord?

- we plakken een -e- achter het voltooid deelwoord

De voorzitter is benoemd. De benoemde voorzitter.

Als een voltooid deelwoord eindigt op -en- blijft deze als bijvoegelijk naamwoord hetzelfde. 

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord:
Het hek is geschilderd.

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord:
Het spel is gespeeld.

De gekozen voorzitter.

Maak van onderstaande woorden een voltooid deelwoord en een bijvoeglijk naamwoord:
spelen, kleuren, knippen