Instructie 1.6 Bestuiving, bevruchting, verspreiding

Welkom
- Ga rustig zitten
- Pak je spullen op tafel (boeken en aantekenschrift)
-> Leg je boek open bij het huiswerk
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
- Ga rustig zitten
- Pak je spullen op tafel (boeken en aantekenschrift)
-> Leg je boek open bij het huiswerk

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt omschrijven wat bestuiving is en je kunt kenmerken van insectenbloemen en windbloemen noemen.
-Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en welke veranderingen er na bevruchting in het vruchtbeginsel plaatsvinden.
-Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de zaden worden verspreid.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
B
Als eicellen op de stempel terecht komen
C
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van een andere soort
D
Als eicellen op de meeldraad terecht komen

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat is geen kenmerk van een insectenbloem?
A
Meestal grote , gekleurde bloemen
B
Geuren niet (hebben geen lekkere geur)
C
Hebben meestal nectar
D
Meeldraden maken weinig stuifmeel

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat is bevruchting bij planten?
A
als een plant een vrucht heeft
B
als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel
C
als een boom appels heeft

Slide 21 - Quiz


In welke volgorde wordt een plant bevrucht?
A
Bestuiving, ontstaan stuifmeelbuis, bevruchting
B
Ontstaan stuifmeelbuis, bevruchting, bestuiving
C
Bevruchting, bestuiving, ontstaan stuifmeelbuis
D
Bevruchting, ontstaan stuifmeelbuis, bestuiving

Slide 22 - Quiz

Hoe wordt deze plant bevrucht?
A
wind
B
insecten

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat weet je nu?
Nodig: whitebordje en stift

Slide 29 - Slide

Wat zie je hier?
Een...
A
Windbloem
B
Insectenbloem
C
Een lelijke bloem
D
Dit is geen bloem

Slide 30 - Quiz

Wat is geen kenmerk van een insectenbloem?
A
Meestal grote , gekleurde bloemen
B
Geuren niet (hebben geen lekkere geur)
C
Hebben meestal nectar
D
Meeldraden maken weinig stuifmeel

Slide 31 - Quiz

Het overbrengen van stuifmeelkorrels op de stamper is
A
bestuiving
B
bevruchting

Slide 32 - Quiz

bestuiving
insecten
wind
veel stuifmeelkorrels
felgekleurd
kleine stempel
meedraden in de bloem
stempel vervorming
kleine bloemen
meeldraden buiten de bloem

Slide 33 - Drag question

Bevruchting
=
A
samensmelten van eicel en stuifmeelkorrelkern
B
overbrengen van stuifmeelkorrel naar stempel
C
samensmelten van zaadbeginsel en stuifmeelkorrel
D
verspreiding van zaadjes

Slide 34 - Quiz

vruchtbeginsel
zaadbeginsel
eicel
vrucht
pitje
kiem
zaadlobben
stuifmeelkorrel
appel

Slide 35 - Drag question

Zaadverspreiding gebeurt NIET
A
door de wind
B
via de vacht van dieren
C
wanneer hommels nectar komen halen
D
doordat vruchten openspringen

Slide 36 - Quiz

Maken
Maken opdrachten 54 tot en met 61 en 64.

Klaar? 
Vraag aan de docent wat je kan doen. 

Slide 37 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt omschrijven wat bestuiving is en je kunt kenmerken van insectenbloemen en windbloemen noemen.
-Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en welke veranderingen er na bevruchting in het vruchtbeginsel plaatsvinden.
-Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de zaden worden verspreid.

Slide 38 - Slide